Uitspraak
1.[klager 1] ,
[klager 2],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
2. Het gekochte terrein, kadastraal bekend Gemeente [gemeente] sectie [sectie] nr [perceelnummers 2] , wordt op dit moment gebruikt als uitgang voor de bewoners van het pand aan de [adres 3] om daarover naar de openbare weg ( [naam weg] ) te komen en te gaan. Hiervoor zal een erfdienstbaarheid worden gevestigd als volgt. Dat op de minst bezwarende wijze en over het meest ten zuiden gelegen gedeelte van het gekochte een recht van uitweg wordt verleend, om te komen en te gaan van en naar de [naam weg] met rijwiel of voertuig. Ook ten behoeve van de bevoorrading van de horecagelegenheden aan de [adres 3] en voor toekomstige bewoners van de kadastrale percelen [sectie] [perceelnummers 1] , dat zij mogen gaan van de openbare weg ( [naam weg] ) naar het kadastrale perceel [plaats] sectie [sectie] nummer [perceelnummer] op de minst bezwarende wijze zoals hiervoor genoemd.”
Toegang
De omschrijving van de erfdienstbaarheid is niet volledig. De bedoeling van de vestiging alsmede de omschrijving hiervan dient te luiden als volgt:
Op 28 september 2012 is verleden een akte van levering waarbij de appartementen aan de [adres 4] alsmede de woningen aan de [adres 2] in eigendom zijn overgedragen aan de heer en mevrouw [Y] - [Z] .
Dank voor uw reactie.
.
3.Standpunt van klagers
4.Beoordeling
kunnenhandelen, in plaats van dat hij ronduit erkent dat hij een fout heeft gemaakt.