3.4Het hof oordeelt als volgt. Partijen hebben via Whatsapp met elkaar gecorrespondeerd en verwijzen voor hetgeen zij met elkaar zijn overeengekomen naar die Whatsapp correspondentie. Voor de vraag wat partijen zijn overeengekomen dient niet uitsluitend te worden afgegaan op de taalkundige betekenis van inhoud van de Whatsapp correspondentie (alhoewel die taalkundige betekenis van groot belang is), maar komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden aan de bewoordingen redelijkerwijs mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij zijn de omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen, van beslissende betekenis (vgl. HR 12 januari 2001, NJ 2001,199). Tussen partijen staat vast dat op of rond 8 oktober 2018 tussen [X] en [appellant] via Whatsapp contact is geweest over de vraag of [appellant] als (arbeids)bemiddelaar een timmerman kon leveren voor een bouwproject in Utrecht. In een WhatsApp-bericht van 8 oktober 2018 heeft [appellant] aan [X] laten weten dat hij één timmerman had, te weten [A] (hierna: [A] ). [appellant] heeft [X] het telefoonnummer van [A] gegeven en daarbij geschreven:
“He is waiting for your phone. Amount and details about payment we arrange in-between you and me”. Vervolgens is er tussen [X] en [appellant] gecorrespondeerd over het uurtarief van [A] . [X] heeft [appellant] laten weten dat [A] de volgende dag op een project in Amstelveen kon beginnen, maar dat hij niet meer dan € 31,00 per uur kon betalen. Hierop heeft [appellant] als volgt gereageerd:
“Ok, deal”en
“I send you my and [A] documents when I back home. Two hours about. Can you give me your email address”, waarop [X] heeft geschreven:
“ [e-mailadres] ”. Op 9 oktober 2018 heeft [X] [appellant] geschreven:
“(…) we have to send [A] a contract with an amount per hour but ofcourse we need to put the amount on his contract what you pay him. [A] need to send his invoice to us every week and you can send an extra invoice to us what u take on him per hour.
otherwise we get trouble with our certifications of our uitzendbureau.”[appellant] heeft hierop als volgt gereageerd:
“For [A] 25 (…)”, waarop [X] heeft laten weten:
“i will send him the contract of 25, and you can send your invoice every week for 6 eur per worked hours to us!”. Op 9 oktober 2018 is Lemon met [A] , buiten [appellant] om, twee overeenkomsten aangegaan: een bemiddelingsovereenkomst voor onbepaalde tijd op grond waarvan Lemon [A] kon bemiddelen naar potentiële opdrachtgevers, en een ‘opdracht van werk-overeenkomst’ voor opdrachtgever De Eenheid B.V. op het project Hudson Bay in Amstelveen met ingang van 10 oktober 2018 voor een uurtarief van € 25,00. Op 12 oktober 2018 zijn Lemon en [A] een nieuwe opdracht van werk-overeenkomst aangegaan voor opdrachtgever QBuild [C] Bouw op een ander project in Amstelveen met ingang van 15 oktober 2018 voor hetzelfde uurtarief. Op 27 december 2018 zijn Lemon en [A] een nieuwe opdracht van werk-overeenkomst aangegaan voor opdrachtgever [D] B.V. op een project in Amsterdam voor hetzelfde uurtarief. Op 29 maart 2019 zijn Lemon en [A] een nieuwe opdracht van werk-overeenkomst aangegaan voor opdrachtgever Bouwbedrijf [Y] & Zonen voor het project Zuidoever met ingang van 1 april 2019 voor een uurtarief van € 27,50. [appellant] ontving van [A] steeds opgave van de door hem gewerkte uren, aan de hand waarvan hij Lemon vanaf 9 oktober 2018 wekelijks facturen heeft gestuurd voor de overeengekomen € 6,00 per uur. Lemon heeft de facturen over de periode van 9 oktober 2018 tot januari 2019 betaald aan [appellant] . Bij e-mail van 5 december 2018 heeft Lemon bij monde van [B] (hierna: [B] ) [appellant] als volgt bericht:
“(…) About the invoices. As told on my office it’s absolutely a no go that 1 pay a fee of 6 euro per hour. (…) As I told you that we normally pay 0,75ct p/hour. It’s more like a helping friend to work situation. (…)
My solution to fix this quick:
This Friday I want to pay all the invoices to you. But I wont pay the 6 euro p/hr but 3 euro p/hr. (…) In total I now have 1626,- (excl btw.). Send me credit for 813,- (ex btw) to make this straight. I still want invoices from you from week 49 and further (…). For this I make contract and I pay you same as rest. I talk to [A] and give him extra money. In future when you give us names, you also get the 0,75ct/hr, thats also will be in contract (…)”
[appellant] heeft [B] daarop het volgende bericht:
“(…) I suggest, however, that you pay the outstanding invoices first, and that I will issue a 50% correction. (…) When I visited you in the office, you offered to pay all invoices in advance, in accordance with the contract, so as not to change anything and enter into a new contract on terms you have presented to me. For the sake of [A] ’s good and continuity in his work, I suggest as above. I am able to give up 50% of my income despite my written promise. (…)”
Op 7 december 2018 heeft [appellant] Lemon een creditnota voor een bedrag van € 813,00 ex btw gestuurd. Op 28 januari 2019 heeft Lemon [appellant] ter ondertekening een recruiter overeenkomst gestuurd, waarop [appellant] bij e-mail van 15 februari 2019 het volgende heeft laten weten:
“(…) What follows, I sold you [A] ’s skills for 31 euro per hour. At the meeting, we agreed that you will get a discount on my commission, and [A] will receive a raise.
I issued a correcting invoice at the end of the year for 50% of my profit, and [A] has not yet received a price increase. My vent was to be his income, not your profit. (…)
You did not keep my word, so I would like to inform you that from February 25, my invoice will be issued in accordance with the contract of 6 euros per hour of work of [A] . If you want to resign from our services, terminate the contract with [A] without incurring financial consequences, and I will move it to the tasks where I will receive a rate of 31 euros. (…)”
[B] heeft [appellant] dezelfde dag het volgende bericht:
“(…) What I offered you is what it is. (…) I don’t look at you and [A] as 1. The agreement I have with you and the one I have with [A] are not connected. I will never connect the fee of the recruiter and the hour money of the worker.For me that are 2 separate agreements. (…) If the conclusion is that we should stop the cooperation, then we stop. (…)”
Naar het oordeel van het hof is op grond van bovengenoemde feiten en omstandigheden voldoende komen vast te staan dat partijen afspraken hebben gemaakt over de inzet van [A] voor een uurtarief van € 31,00, waarvan € 25,00 voor [A] en € 6,00 ter zake van bemiddelingsfee voor [appellant] . Lemon heeft vervolgens een ‘opdracht van werk-overeenkomst voor onbepaalde tijd met [A] gesloten en heeft [A] op verschillende projecten geplaatst. Partijen hebben op deze basis enige tijd met elkaar samengewerkt. Uit deze gang van zaken leidt het hof af dat het de bedoeling van partijen is geweest een bemiddelingsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan te gaan nu de inzet van [A] niet beperkt was tot een project maar dat hij achtereenvolgens op meerdere projecten werd ingezet. In december 2018 heeft Lemon [appellant] laten weten niet langer een bemiddelingsfee van € 6,00 te willen voldoen. [appellant] heeft Lemon daarop laten weten dat hij kon instemmen met een bemiddelingsfee van € 3,00, mits [A] een loonsverhoging zou ontvangen. Aan dit voorstel is geen uitvoering gegeven, reden waarom [appellant] op 15 februari 2019 Lemon heeft laten weten vanaf 25 februari 2019 weer een bemiddelingsfee van € 6,00 te vragen en Lemon heeft verzocht de overeenkomst met [A] te beëindigen. Lemon heeft [appellant] weliswaar laten weten dat de overeenkomsten die zij heeft met [A] en [appellant] los van elkaar staan maar zij ziet daarbij over het hoofd dat zij met [appellant] een overeenkomst heeft gesloten op grond waarvan zij gerechtigd is [A] in te zetten op bouwprojecten van derden tegen betaling van een bemiddelingsfee. Deze overeenkomst die geen einddatum kent en derhalve geacht wordt voor onbepaalde tijd te zijn aangegaan, is niet opgezegd door Lemon, ook niet nadat tussen partijen een meningsverschil was ontstaan over de hoogte van de te betalen bemiddelingsfee. Ook nadien bleef Lemon [A] inzetten op bouwprojecten en dat doet zij thans nog steeds, zoals zij desgevraagd tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft bevestigd. Het had op de weg van Lemon gelegen om vanaf 15 februari 2019 te stoppen met de inzet van [A] op haar projecten omdat er een verschil van mening bestond met [appellant] over de hoogte van de bemiddelingsfee. Anders dan Lemon heeft gesuggereerd, kon van [appellant] niet verwacht worden [A] ‘terug te halen’, nog daargelaten of [appellant] gerechtigd was [A] te verbieden voor derden werkzaamheden te verrichten.
Door de bemiddelingsovereenkomst voor onbepaalde tijd niet op te zeggen en [A] nog steeds in te zetten op projecten is Lemon over de door [A] gewerkte uren aan [appellant] een bemiddelingsfee van € 6,00 per uur verschuldigd. [appellant] heeft berekend dat, uitgaande van de door [A] ten behoeve van Lemon vanaf 9 oktober 2018 gewerkte uren en berekend tot en met 1 augustus 2020 alsmede rekening houdend met de betalingen die Lemon reeds heeft voldaan, [appellant] een bedrag van Lemon van € 19.010,31 te vorderen heeft. Dit bedrag is niet betwist door Lemon en is reeds daarom toewijsbaar. Tevens zal worden toegewezen de gevorderde wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW daarover. Grief 1 slaagt.
Vertegenwoordigingsbevoegdheid