Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.APROPOS B.V.,
HESCO HOLDING B.V.,
mr. S.A. VOERMANSin zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Apropos International B.V.,
TREND FIN B.V.,
WE INTERNATIONAL B.V.,
1.Inleiding
2.Verder verloop van het geding
- het tussenarrest,
- de akte uitlaten bewijslevering van Voermans c.s., met producties,
- de antwoordakte van Apropos c.s., met producties.
3.Verdere beoordeling
due diligencedie plaatsvond voor de overname van de activiteiten, activa en passiva van Apropos, dat de met C&A afgesproken kortingsregeling niet afzonderlijk behoefde te worden vermeld omdat de relevante feiten en omstandigheden tijdig zijn gemeld en dus tijdig bekend waren bij Apropos International. Het betoog van Apropos c.s. betreft overwegend een herhaling van wat zij eerder heeft aangevoerd. Het hof merkt de overweging in 3.10 van het tussenvonnis aan als een bindende eindbeslissing en ziet in het betoog van Apropos c.s. geen reden daarvan terug te komen.
Grief 1in principaal appel slaagt.
grief 3brengt Voermans c.s. onder de aandacht dat er, naast de stelling dat sprake is van aansprakelijkheid van Apropos c.s. voor inbreuken, andere gronden voor de schadevergoedingsvordering van mr. Voermans q.q. zijn aangevoerd. Subsidiair stelt Voermans c.s. namelijk dat Apropos c.s. toerekenbaar is tekortgeschoten in het verschaffen van gegevens die voor de verkoop van de activiteiten, activa en passiva van Apropos van belang waren. Meer subsidiair stelt hij dat sprake is van onrechtmatige daad omdat Apropos c.s. welbewust is tekortgeschoten om daarmee een zo hoog mogelijke prijs te bedingen, waardoor Apropos International bij de koop ernstig is misleid. Meest subsidiair doet Voermans c.s. een beroep op ongerechtvaardigde verrijking omdat volgens hem (naast de goodwill) meer is betaald voor de activiteiten van Apropos dan ze waard waren.
grief 6in principaal appel betoogt Apropos c.s. dat de wettelijke rente moet worden gematigd. Apropos c.s. legt het volgende aan haar beroep op matiging ten grondslag. De procedure heeft extreem lang geduurd. Dat komt in belangrijke mate door de vertraging van het bericht van de deskundige. In elk geval kan de vertraging niet aan Apropos c.s. worden tegengeworpen. Verder is de hoogte van de rente onredelijk, gelet op de verhouding tussen partijen en de hoogte van de bancaire rente. Dit betoog faalt. Het hof stelt voorop dat de rechter slechts terughoudend gebruik mag maken van zijn bevoegdheid tot matiging van de wettelijke rente. De door Apropos c.s. gestelde omstandigheden, ook in onderling verband bezien, zijn onvoldoende voor het oordeel dat de rente gematigd moet worden. Beide partijen zijn debet aan de lange duur van de procedure. Dat geldt ook voor de tijd die het heeft gekost om tot het deskundigenbericht te komen. Het gegeven dat de omvang van de verschuldigde rente inmiddels relatief hoog is opgelopen, doet aan dit oordeel niet af.
grief 7in principaal appel faalt voor zover deze is gericht tegen 3.20 van het bestreden vonnis. Over de kosten van het hoger beroep zal het hof aan het slot van dit arrest oordelen.
Grief 9in principaal appel faalt.
finance managervan haar moedermaatschappij was, alsmede een deskundigenrapport van drs. [deskundige 1] , werkzaam bij Amstel-CF Corporate Finance (hierna: [deskundige 1] ). Daarnaast heeft Voermans c.s. een deskundigenrapport overgelegd van drs. [deskundige 2] , werkzaam bij Hermes Advisory (hierna: het rapport van Hermes Advisory).
General Managervan Apropos International stevige, van de winst afhankelijke, bonussen voor zichzelf had bedongen, waardoor het ‘volstrekt onlogisch’ zou zijn wanneer hij kosten van Tricotop zou hebben geboekt op Apropos International. Pas na het voordragen van de pleitnota is namens Voermans c.s. ter zitting van het hof toegelicht dat het bedrag van € 520.838 opslagkosten betreft van voorraden van Apropos International. Dat heeft Apropos c.s. betwist. Voermans c.s. heeft zijn toelichting niet onderbouwd, bijvoorbeeld door een factuur van Tricotop aan Apropos International of een ander bewijsstuk. Bij gebreke daarvan moet worden aangenomen dat de stelling van Apropos c.s. in zoverre juist is dat het bedrag van € 520.838 kosten van Tricotop betreft die ten onrechte zijn toegerekend aan Apropos International. Dat betekent dat geen rekening dient te worden gehouden met het bedrag van € 520.838. Als het resultaat van Apropos International in 2006 met dit bedrag wordt gecorrigeerd, is het niet negatief.
Grief 8in principaal appel slaagt. Bij deze uitkomst bestaat geen belang bij de bespreking van de overige bezwaren van Apropos c.s. tegen het rapport van Hermes Advisory en van het beroep dat zij in het kader van het winstrecht op art. 21 Rv heeft gedaan. Tevens kan in het midden blijven of de winstrechtenovereenkomst ziet op het kalenderjaar, zoals Apropos c.s. stelt, of op het boekjaar, zoals Voermans c.s. stelt.
due diligence, zelf de transactie doorzetten omdat zij geïnteresseerd was in de handel van Apropos en zij ervan overtuigd was dat met de juiste investeringen groei kon worden verwezenlijkt. Gelet daarop is ook onvoldoende gesteld om te oordelen dat het vereiste causale verband bestaat. Reeds daarop strandt het beroep op bedrog.
due diligencete summier vond (zie 3.33), het op haar weg lag om vragen te stellen. Zij heeft onvoldoende gesteld om aan te nemen dat zij dat heeft gedaan. Dat brengt mee dat de gestelde dwaling in dit geval voor rekening van Apropos International behoort te blijven.
grief 7in principaal appel slaagt voor zover deze is gericht tegen 3.30 van het bestreden vonnis. Ten aanzien van gevorderde kosten van het in 2.9 van het tussenarrest genoemde beslag is één punt van het toepasselijke liquidatietarief (tarief II) toewijsbaar. Verder heeft Apropos c.s. geen inzicht gegeven in deze kosten. Over de kosten van het hoger beroep zal het hof hierna oordelen.