Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
wordt echter belast met een strijd tussen ouders, en wordt als inzet gebruikt om deze strijd uit te vechten.
(…)
bevestigt het vermoeden van kindermishandeling (…)
zeker in staat is om gewelddadig te worden en fysiek letsel (…) toe te brengen. Uit de gewelddadige incidenten naar zijn ex-vrouw kan worden geconcludeerd dat[ [appellant] , hof]
zijn agressie niet langer onder controle kan houden als hij wordt tegengesproken of als het niet gaat zoals hij in zijn hoofd heeft op dat moment.Zijn ex-vrouw heeft om die reden, toen [A] was geboren en zij zag dat[ [appellant] , hof]
zijn naar haar agressieve gedrag niet beheerste en [A] enkele malen uit haar armen trok, hun huwelijk beëindigd. Zij wilde kennelijk voorkomen dat [A] ook slachtoffer zou worden van[ [appellant] ’s, hof]
gewelddadige gedrag.(…)Alles bij elkaar schept dit een beeldvan [ [appellant] , hof]
dat niet bepaald als een veilige omgeving voor een jong kind is te nomen.
zal de Raad melden dat zij van mening is de veiligheid van [A] in de huidige situatie bij vader niet te kunnen waarborgen en een onbegeleide omgangsregeling niet passend te vinden. (…)
zal BJAA aan de Raad meegeven dat wij momenteel niet in staat zijn de veiligheid van [A] te borgen en naar onze mening, een beschermingsmaatregel passend is. (…)2.11 Jeugdzorg heeft op 9 oktober 2013 onder meer als volgt gerapporteerd:
(…) Vader heeft vervolgens een aantal voorwaarden gesteld aan de begeleide omgang (…). Deze voorwaarden zijn niet (op korte termijn) te realiseren voor de Raad.
de vermoedens van kindermishandeling bevestigd.[De GGD-arts, hof]
geeft aan dat hij [A] niet gezien heeft (…). Hij heeft telefonisch gesproken met[politie inspecteur X, hof]
Op basis van de verstrekte informatie heeft hij aangegeven dat het letsel wat zij noemt, mogelijk voort zou kunnen vloeien uit kindermishandeling. (…) Op dit moment kan hij echter geen uitspraken doen over kindermishandeling bij [A] . (…)’ Deze nieuwe informatie is meegenomen in het multidisciplinair overleg. Tijdens het multidisciplinair overleg is de Raad tot de conclusie gekomen dat de emotionele veiligheid van [A] ernstig bedreigd wordt en dat zijn fysieke veiligheid op dit moment niet ingeschat kan worden. De Raad is tot de conclusie gekomen dat een neutrale plek voor [A] op dit moment het beste is en verzoekt om die reden een (V)OTS[(voorlopige) ondertoezichtstelling, hof]
en MUHP[machtiging tot uithuisplaatsing, hof]
.(…)HulpverleningsperspectievenBron: Rapportage BJAA, d.d. 09-10-2013(…)[zie hierboven rov. 2.11, hof]
9. Beantwoording onderzoeksvraag
12.Bijlage(n)1. Rapportage BJAA, d.d. 09-10-2013
en het daarop volgende advies met betrekking tot de verdeling van de zorg- en opvoedtaken heeft de Raad getracht per direct in een vrijwillig kader afspraken te maken met de ouders. (…)
door middel van haar rapport politiegegevens heeft verstrekt aan Bureau Jeugdzorg en dat zij daartoe in overeenstemming met de Wet politiegegevens en in het kader van het Mantelconvenant aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling regio Amsterdam-Amstelland bevoegd was. De commissie ziet zich voor de vraag gesteld of het door[politie inspecteur X, hof]
verstrekte rapport objectief, juist en volledig was en of voldaan is aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.
verder reikte dan het enkel verstrekken en verkort weergeven van politiegegevens, overwegend dagrapportmutaties. Het rapport omvatte namelijk een niet chronologische opsomming van dagrapportmutaties voor zover deze betrekking hadden op mogelijk geweldgebruik dan wel onzorgvuldig handelen van klager tegenover [X] en/of [A] , een daarop gebaseerde feiten opsomming, een conclusie en advies. Het rapport is door het eenzijdig belichten van voor klager nadelige feiten niet objectief. Het rapport is ongestructureerd en slordig. Conclusie, feiten en advies lijken niet te zijn gebaseerd op een objectieve verantwoorde analyse. Het rapport schiet daardoor zijn doel voorbij, namelijk het delen van de in de politiesystemen bekende gegevens met betrekking tot de veiligheid van [A] . Het rapport lijkt partijdig. Van de politie mag worden verwacht dat zij bij het opmaken en vertrekken van een dergelijk rapport uiterste zorgvuldigheid betracht en het belang van het verstrekken van het rapport afweegt tegen de belangen van derden die zij daarmee zou kunnen schaden. Met de belangen van klager lijkt in het geheel geen rekening te zijn gehouden.
aan [X] met daarin de mededeling dat zij goed nieuws had en dat er een voor [X] en haar zoon gunstig rapport aankwam, levert naar de mening van de commissie op zijn minst de schijn van partijdigheid op. Een objectieve en zakelijke toon ontbreekt.[de contactpersoon bij de politie Amsterdam voor partijen, hof]
had zich rekenschap moeten geven van de mogelijkheid dat deze e-mail in een van de vele procedures tussen klager en [X] tegen klager gebruikt zou worden en zijn belangen aanzienlijk zou kunnen schaden.
contact opgenomen met[politie inspecteur X, hof]
. Dit naar aanleiding van de klacht die vader heeft ingediend over[het politierapport, hof]
welke (…) gegrond is verklaard (…).[politie inspecteur X, hof] g
eeft telefonisch aan dat[het politierapport]
kan komen te vervallen in de huidige rapportage van JBRA. Het heeft niet het beoogde effect gehad en is in de huidige situatie niet meer relevant.Akkoord:[politie inspecteur X, hof]
d.d. 23-09-2014
als [A] staan OVP (opsporen verblijfplaats) gesignaleerd en daar wordt sinds die tijd ook energie in gestoken door ons bureau.
2.De verdere beoordeling(…)De zorgregeling en het gezag
is naar voren gekomen dat de vermoedens van kindermishandeling bevestigd worden.[ [appellant] , hof]
heeft een ontkennende houding ten opzichte van het fysieke geweld (…)
waar de Raad gedeeltelijk haar advies dd. 25 oktober 2013 op baseert, het volgende heeft geoordeeld: (…) De commissie acht het verstrekken van het rapport in deze vorm dan ook niet behoorlijk.Nu de klacht van[ [appellant] , hof]
ten aanzien van voornoemd rapport gegrond is verklaard blijkt uit de overgelegde stukken op geen enkele wijze dat er sprake is geweest van kindermishandeling door[ [appellant] , hof]
. De angst van[ [X] , hof)
hieromtrent wordt derhalve niet door enig bewijsstuk gestaafd. (…)
3.Beoordeling
1. voor recht te verklaren dat de politie Amsterdam onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld;
Het politierapport is ook suggestief. Zo staat daarin als feit vermeld (zie hierboven rov. 2.9) dat [appellant] [X] heeft mishandeld, dat [appellant] onvoorzichtig naar [X] toe handelde wanneer zij [A] vasthield en dat [X] is gescheiden van [appellant] omdat zij voor [A] een veilige omgeving wilde. Het is onzorgvuldig deze informatie als vaststaande feiten te rapporteren en niet duidelijk te maken dat dit alles enkel door [X] verstrekte informatie betrof. Te meer in dit verband is het onzorgvuldig dat [appellant] niet is gehoord. Verder is het verslag van het contact met de forensische arts van de GGD suggestief. De lezer krijgt de indruk dat deze arts ‘het vermoeden van kindermishandeling’ onderschrijft. In werkelijkheid lag dat, minst genomen, veel genuanceerder. Deze arts had [A] immers niet had gezien en enkel telefonisch aan politie inspecteur X laten weten dat het door haar genoemde letsel mogelijk voort zou kunnen vloeien uit kindermishandeling (zie hierboven rov. 2.12).
Waar het rapport nagenoeg geheel leunt op door [X] geuite beschuldigingen aan het adres van [appellant] is ten slotte opvallend dat niet is vermeld dat naar aanleiding van een aangifte van [X] de officier van justitie in 2012 een sepotbeslissing had genomen. Desgevraagd kon de politie Amsterdam op de zitting van het hof geen verklaring geven voor het niet opnemen van deze informatie.