Uitspraak
mr. J.C. Debije, kantoorhoudende te Rotterdam,
mr. P.J.M. Gerritsen, kantoorhoudende te Amsterdam.
1.Het geding in hoger beroep
- appellante in het principaal appel/verweerster in het incidenteel appel met [A]
- geïntimeerden in het principaal appel/appellanten in het incidenteel appel afzonderlijk met respectievelijk [B] , [C] en [D] en gezamenlijk met [E]
2.De verdere beoordeling
7 Onderzoek en eigen beschouwing
op de prognoses voor de bouwsector in het algemeen” omdat hij heeft zich gebaseerd “
op de conjunctuurcijfers C.B.S. voor de Burgerlijke en Utiliteitsbouw en voor de verwachtingen van E.I.B. op de verwachtingen voor de Woningbouw”, omdat hij de mening is toegedaan dat deze sector het meeste aansluit bij de (kleinschalige) brugprojecten die [G] in de markt zet. Het hof acht de keuze die deskundige heeft gemaakt hiermee voldoende verantwoord. De stelling van [A] in de memorie na het deskundigenbericht dat de deskundige de ondernemings-, product- en marktspecifieke gegevens die zijn aangedragen in de BMR had moeten toetsen, is hiervoor besproken en verworpen.
dat de personeelskosten bestaan uit directe en indirecte kosten. Omdat de personeelskosten niet duidelijk af te leiden zijn uit de jaarrekeningen, onder meer omdat de presentatie door de jaren heen gewijzigd is, is een specificatie en splitsing naar direct en indirect opgevraagd bij de accountant van de onderneming Scab.” Pagina 15 van het waarderingsrapport vermeldt dat binnen de indirecte personeelskosten in de jaarrekening posten zijn opgenomen voor ingeleend personeel en dat deze posten naar de kostprijs verkopen zijn overgeboekt. Verder wordt vermeld dat de deskundige, op basis van de van de accountant van de onderneming ontvangen informatie, de door hem aangegeven splitsing heeft doorgevoerd in de waardering en de prognoses omdat in de jaarrekeningen geen duidelijk onderscheid bestond tussen de directe- en indirecte personeelskosten. Het hof stelt vast dat de deskundige nadrukkelijk heeft gekeken naar de personeelskosten en deze heeft verwerkt in de waardering en prognoses.
Ter terechtzitting hebben [I] en [J] verklaard dat de stijging van de personeelskosten grotendeels is veroorzaakt door het inhuren van extern personeel – in lijn met de gestegen omzet - en dat dat over de laatste vier maanden van 2016 niet anders is dan over de eerste acht maanden onder het bestuur waarvan ook [A] deel uitmaakte.”
“Met betrekking tot de GERM brug Tilburg ontvang ik graag wat meer documentatie. Met name is interessant wanneer een eventuele schadebetaling plaats zal vinden. Is de onderneming niet verzekerd voor dergelijke schaden? Welke concrete kosten worden verwacht? In hoeverre was dit te voorzien op het peilmoment”) en van beide partijen antwoorden gekregen, waarop partijen vervolgens mochten reageren. In het waarderingsrapport staat onder meer:
Dank voor de toezending van uw concept rapportage. Het zal u niet verbazen dat client zich met de inhoud en uitkomst ervan niet kan verenigen. Tegelijkertijd heeft hij niet de illusie dat nader inhoudelijk debat in dit stadium, na hetgeen reeds is uitgewisseld en waar in de visie van client ten onrechte aan voorbij gegaan wordt in uw rapportage en waardering, de inhoud van uw concept rapportage nog wezenlijk zal kunnen beïnvloeden. Hij behoudt zich uiteraard wel het recht voor om in de procedure bij het Gerechtshof uw eindelijke rapportage c.q. deskundigenbericht en de daaruit resulterende waarde van de aandelen nader ter discussie te stellen. Niettemin dank voor uw werk.”