Uitspraak
Onderzoek van de zaak
26 oktober 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot en met 21 december 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedragen van in totaal ongeveer 98.414,22 euro , heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedragen van in totaal ongeveer 98.414,22 euro, gebruik heeft gemaakt terwijl hij, verdachte, wist dat dat/die voorwerp(en) (geldbedragen) geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk- afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
- een bedrag van € 20.000,00, waarover de echtgenote van de verdachte heeft verklaard dat dit afkomstig is uit een gift van haar ouders en waarvan een bewijs is overlegd;
- een bedrag van € 16.000,00, afkomstig uit de verkoop van een Mercedes;
- een bedrag van € 5.315,00 aan stortingen op rekeningen op naam van penitentiaire inrichtingen;
- een bedrag van € 5.000,00, afkomstig uit de verkoop van een Volkswagen Golf;
- een bedrag van € 6.000,00, afkomstig uit de verkoop van een Audi.
Dat een voorwerp "afkomstig is uit enig misdrijf", kan, indien op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen met een bepaald misdrijf, niettemin bewezen worden geacht, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
€ 950,00 +
€ 100,00 +
€ 46.296,85 +
Bewezenverklaring
hij in de periode van 1 januari 2013 tot en met 21 december 2018 te Amsterdam meerdere geldbedragen van in totaal 73.293,48 euro voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist dat die geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
In beslag genomen goederen
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) maanden.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
mr. S.H.M. van Gennip, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 9 november 2021.