ECLI:NL:GHAMS:2021:3544

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 november 2021
Publicatiedatum
17 november 2021
Zaaknummer
23-002575-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis van vrijspraak in oplichtingszaak met betrekking tot niet geleverde mondkapjes en beslag op bankrekeningen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1997, had een bedrag van € 47.500,00 ontvangen van een Japanse onderneming voor de levering van mondkapjes, die echter nooit zijn geleverd. De verdachte werd in eerste aanleg vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, waaronder oplichting, witwassen, valsheid in geschrift en gebruikmaken van een vals geschrift. Het openbaar ministerie ging in hoger beroep tegen deze vrijspraak.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 2 november 2021 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging gehoord. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank in grote lijnen bevestigd, maar heeft het vernietigd voor wat betreft de beslissing over de in beslag genomen voorwerpen. De rechtbank had een onjuist IBAN-rekeningnummer vermeld in het dictum van het vonnis, wat aanleiding gaf tot vernietiging van dat deel van het vonnis.

Het hof heeft vastgesteld dat er in totaal € 42.314,55 aan beslag is gelegd op de rekeningen van de verdachte, en dat dit bedrag integraal toebehoort aan een vennootschap. Het hof heeft daarom de teruggave van dit bedrag aan de vennootschap gelast. De beslissing van het hof houdt in dat de vrijspraak van de verdachte wordt bevestigd, maar dat de onjuiste beslissing over het beslag wordt gecorrigeerd.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002575-20
datum uitspraak: 16 november 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 5 november 2020 in de strafzaak onder parketnummer 81-205806-20 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1997,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
2 november 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van de beslissing inzake de in beslaggenomen voorwerpen (AMB-011), omdat de rechtbank in het dictum van het vonnis een onjuist IBAN-rekeningnummer van Rabobank – waarop mede beslag is gelegd – heeft opgenomen. In zoverre zal het vonnis worden vernietigd.

Beslag

Onder de verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
  • beslag ING Bank op rekeningnummer [rekeningnummer 1], ter waarde van € 23.505,29;
  • beslag Rabobank op rekeningnummer [rekeningnummer 2], ter waarde van € 3.812,66; en
  • beslag ING Bank op rekeningnummer [rekeningnummer 1], ter waarde van € 14.996,60.
Op voornoemde rekeningen is in totaal een bedrag van € 42.314,55 in beslag genomen. Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is gebleken dat dit geldbedrag van € 42.314,55 integraal toebehoort aan [vennootschap]. Het hof zal de teruggave van dit geldbedrag aan deze vennootschap gelasten.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de beslissing inzake het beslag en doet in zoverre opnieuw recht.
Gelast de
teruggaveaan [vennootschap] van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven, voorwerpen, te weten:
  • beslag ING Bank op rekeningnummer [rekeningnummer 1], ter waarde van € 23.505,29;
  • beslag Rabobank op rekeningnummer [rekeningnummer 2], ter waarde van € 3.812,66 en
  • beslag ING Bank op rekeningnummer [rekeningnummer 1], ter waarde van € 14.996,60.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.D.L. Nuis, mr. R.D. van Heffen en mr. A.M. Koolen-Zwijnenburg, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Simons, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
16 november 2021.
=========================================================================
[…]