ECLI:NL:RBAMS:2020:5335

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 november 2020
Publicatiedatum
4 november 2020
Zaaknummer
81-205806-20 (Promis)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in oplichtingszaak met betrekking tot niet geleverde mondkapjes

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is verdachte vrijgesproken van oplichting, witwassen en valsheid in geschrifte. De zaak betreft een bestelling van mondkapjes door het Japanse bedrijf Like Company.co.ltd bij het Finse bedrijf Tilganga Oy voor een totaalbedrag van € 146.500,-. Verdachte was genoemd op de facturen en zijn bankrekeningnummer was vermeld, maar de mondkapjes zijn nooit geleverd. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende bewijs is voor de betrokkenheid van verdachte bij de oplichting. Het enkele feit dat zijn naam en rekeningnummer op de valse facturen staan, is niet voldoende om zijn betrokkenheid aan te nemen. Ook voor de verdenking van witwassen zijn er onvoldoende aanknopingspunten, aangezien niet bewezen is dat verdachte wist dat het geld uit misdrijf afkomstig was. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, Like Company, niet-ontvankelijk verklaard, omdat verdachte is vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. Het beslag op de bankrekeningen van verdachte en de Rabobank is gehandhaafd, maar het in beslag genomen bedrag van € 42.314,55 wordt teruggegeven aan Like Company.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 81-205806-20 (Promis)
Datum uitspraak: 5 november 2020
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres] , [woonplaats] ,
gedetineerd in het [naam] te [plaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 oktober 2020. Verdachte was bij de inhoudelijke behandeling van zijn zaak aanwezig.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M. Kattouw en van wat verdachte en zijn raadsman mr. H.J. Voors naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort samengevat – ten laste gelegd dat hij zich in de periode van 6 maart 2020 tot en met 22 april 2020, te Dronten/Amsterdam/Zweden (in vereniging met een of meer anderen) heeft schuldig gemaakt aan
1. PrimairOplichting van het bedrijf Like Company.co.ltd, door zich voor te doen als het bedrijf Tilganga Oy te Helsinki dat mondkapjes verkoopt en een rekening van in totaal € 146.500 te hebben ingediend, waardoor dit geldbedrag is afgegeven.
Subsidiair: Medeplichtigheid hieraan, door zijn naam/personalia beschikbaar te stellen en zijn rekeningnummer(s) beschikbaar te stellen.
2.Witwassen van een bedrag van € 47.500, althans € 24.100.
3. PrimairHet valselijk opmaken/vervalsen van een pro forma invoice d.d. 23 maart 2020 en/of d.d. 24 maart 2020 op naam van Tilganga Oy.
Subsidiair: Medeplichtigheid hieraan, door zijn naam/personalia beschikbaar te stellen en zijn rekeningnummer(s) beschikbaar te stellen.
4. PrimairHet gebruik maken van valse geschriften.
Subsidiair: Medeplichtigheid hieraan, door zijn naam/personalia beschikbaar te stellen en zijn rekeningnummer(s) beschikbaar te stellen.
De tekst van de gehele tenlastelegging is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Vrijspraak

3.1
Inleiding
Op 24 maart 2020 werd op de bankrekening van verdachte een bedrag van € 47.500,- bijgeschreven. Dit bedrag was afkomstig van Like Company.co.ltd (hierna: Like Company), een bedrijf in Japan. Like Company had kort daarvoor een grote partij mondkapjes besteld bij Tilganga Oy, een bedrijf in Finland, voor een totaalbedrag van € 146.500,-. De facturen stonden op naam van [verdachte] , met daarbij het rekeningnummer van verdachte. Like Company heeft uiteindelijk een bedrag van € 47.500,- overgemaakt naar dit rekeningnummer en € 99.000,- naar een rekeningnummer in Zweden. De mondkapjes zijn nooit geleverd.
3.2
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
Volgens de officier van justitie heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan oplichting van Like Company door zich, samen met zijn medeverdachten, voor te doen als Tilganga Oy en Like Company geld te laten betalen voor mondkapjes die uiteindelijk niet geleverd werden. Bij de oplichting is gebruik gemaakt van valse facturen ten behoeve waarvan verdachte zijn naam en bankgegevens heeft aangeleverd. De officier acht niet bewezen dat verdachte de facturen zelf heeft opgesteld, zodat verdachte vrijgesproken dient te worden van het onder 3 primair en onder 4 primair ten laste gelegde.
Verder acht de officier bewezen dat verdachte een deel van het geld, € 24.100,- heeft witgewassen door het over te boeken naar andere bankrekeningen. Voor het witwassen van het meerdere bedrag dient verdachte te worden vrijgesproken.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat niet kan worden bewezen dat verdachte op enige wijze als medepleger of medeplichtige bij de oplichting betrokken is geweest. Evenmin kan worden bewezen dat verdachte wist dat het geld dat hij op zijn rekening ontving uit misdrijf afkomstig was. Verdachte dient dus van alle ten laste gelegde feiten te worden vrijgesproken.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is, met de officier van justitie, van oordeel dat het onder 3 en 4 primair tenlastegelegde opmaken/vervalsen en gebruiken van valse facturen niet kan worden bewezen, zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
De rechtbank acht de overige tenlastegelegde feiten oplichting en witwassen evenmin bewezen en overweegt daartoe als volgt.
Verdachte heeft verklaard dat hij op 24 maart 2020 uit het niets een groot geldbedrag op zijn bankrekening ontving en dat hij dacht dat hij een ‘lucky break’ had. Verdachte heeft op dat moment geen melding gemaakt van de bijschrijving bij de bank of de politie.
Dat verdachte zonder enige tegenprestatie een dergelijk geldbedrag zou hebben ontvangen, is zonder meer opmerkelijk. Dat betekent echter niet, dat daarmee ook vaststaat dat verdachte op enige wijze een rol heeft gespeeld in de oplichting van Like Company. Het dossier bevat daarvoor simpelweg te weinig aanknopingspunten. Het enkele feit dat de naam van verdachte en zijn bankrekeningnummer zijn vermeld op de – valse – facturen, is onvoldoende om zijn betrokkenheid bij de oplichting aan te nemen nu van verdere betrokkenheid van verdachte bij de oplichting, in de zin van een nauwe en bewuste samenwerking gericht op het plegen van die oplichting, niet is gebleken.
Voor de verdenking van witwassen biedt het dossier eveneens onvoldoende aanknopingspunten. Allereerst is, zoals hiervoor is overwogen, niet bewezen dat verdachte betrokken is bij enig misdrijf. Daarnaast heeft verdachte een niet hoogst onwaarschijnlijke verklaring afgelegd over de – aanvankelijk door hem veronderstelde – herkomst van het geld. Weliswaar roept het gedrag van verdachte, zoals het aanpassen van zijn opnamelimiet, het overboeken van bedragen naar bankrekeningen van anderen zodat zij deze bedragen voor verdachte zouden kunnen opnemen, het overboeken van een gedeelte van het bedrag naar zijn andere bankrekening en zijn op onderdelen wisselende verklaringen vragen op die verdachte slechts gedeeltelijk heeft kunnen of willen beantwoorden, maar daardoor, en op basis van het dossier, kan niet worden uitgesloten dat het geld op de rekening van verdachte is bijgeschreven zonder dat hij enige wetenschap had over de herkomst van het geld. Het doet zich in de praktijk nu eenmaal voor dat bij het overboeken van geldbedragen vergissingen worden gemaakt bij het invullen van het rekeningnummer.
Het moet voor verdachte weliswaar duidelijk geweest zijn dat het geld niet van hem was, maar niet dat het geld afkomstig was uit enig misdrijf. Op basis van het dossier kan ook niet worden vastgesteld dat hij daarvoor een vermoeden moest hebben gehad. Dat verdachte door het overboeken van het geld zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen, kan om die reden niet worden bewezen.
Ook acht de rechtbank de medeplichtigheid aan het vervalsen van geschriften dan wel de medeplichtigheid aan het gebruikmaken van vervalste geschriften niet bewezen en overweegt daartoe als volgt.
Weliswaar zijn er geschriften vervalst en ook daadwerkelijk gebruikt en op die geschriften staan gegevens van verdachte, maar uit het dossier valt niet op te maken dat verdachte die gegevens ook verstrekt heeft dan wel op andere wijze behulpzaam is geweest bij het opmaken en gebruiken van die geschriften.
Nu de rechtbank het ten laste gelegde niet bewezen acht, zal verdachte daarvan worden vrijgesproken.

4.Beslag

Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
Nummer Omschrijving
1. STK Vorderingen: Beslag op rekeningnummer [nummer] Cooperatieve Rabobank U.A. [postbus] (ter waarde van € 3.812,66).
2 1 STK Vorderingen: Beslag op rekeningnummer [nummer] [verdachte] (ter waarde van € 23.505,29 en € 14.996,60).
Teruggave aan de rechthebbende
Op voornoemde rekeningen is in totaal een bedrag van € 42.314,55 in beslag genomen. Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is gebleken dat het geldbedrag van € 42.314,55 toebehoort aan Like Company. De officier van justitie heeft verzocht het bedrag terug te geven aan de rechthebbende. De verdediging heeft hiertegen geen bezwaar gemaakt.
Het inbeslaggenomen geldbedrag van in totaal € 42.314,55 wordt dan ook teruggegeven aan de Like Company.

5.Ten aanzien van de benadeelde partij

De benadeelde partij Like Company vordert € 146.500,00 aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot de dag van de algehele voldoening.
De officier van justitie heeft verzocht om de vordering tot een bedrag van € 104.185,45 toe te wijzen en om daarbij de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De raadsman heeft bepleit dat de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard, gelet op de door hem bepleite vrijspraak.
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat verdachte wordt vrijgesproken van de aan hem ten laste gelegde feiten.
De benadeelde partij en de verdachte zullen ieder de eigen kosten dragen.

6.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde niet bewezen en
spreekt verdachte daarvan vrij.
Gelast de teruggave aan Like Company.co.ltd van:
- Voorwerp 1, zijnde een vordering: Beslag op rekeningnummer [nummer] Cooperatieve Rabobank U.A. [postbus] (ter waarde van € 3.812,66);
- Voorwerp 2, zijnde een vordering: Beslag op rekeningnummer [nummer] [verdachte] (ter waarde van € 23.505,29 en € 14.996,60).
Verklaart Like Company.co.ltd niet-ontvankelijk in haar vordering.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van 26 oktober 2020. Deze beslissing is afzonderlijk schriftelijk vast gelegd.
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.P.C.M. Waarts, voorzitter,
mrs. A. Eichperger en J.M.R. Vastenburg, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van der Mark, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 november 2020.