Uitspraak
13-013559-21 tegen
Onderzoek ter terechtzitting
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
BESLISSING
mr. B.K.M. Pouw, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
7 september 2021.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 18 januari 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1994, had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. De raadsvrouw van de verdachte had op 20 januari 2021 een schriftelijke volmacht naar de griffie van de rechtbank Amsterdam gestuurd om het hoger beroep in te stellen. Echter, deze volmacht voldeed niet aan de wettelijke eisen die zijn gesteld in het Wetboek van Strafrecht (Sv). Een van de vereisten is dat de volmacht een verklaring moet bevatten dat de verdachte instemt met het in ontvangst nemen van de oproeping voor de terechtzitting in hoger beroep. Deze verklaring ontbrak in de volmacht die was ingediend.
Tijdens de zitting op 7 september 2021 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. Aangezien de verdachte en zijn raadsvrouw niet ter terechtzitting zijn verschenen en de volmacht niet voldeed aan de eisen, heeft het hof geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep. Het hof heeft de verdachte op grond van de artikelen 450, derde lid, Sv en 422, eerste lid, Sv niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.
De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 september 2021, waarbij mr. A.M.P. Geelhoed niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.