ECLI:NL:GHAMS:2021:3523

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 september 2021
Publicatiedatum
16 november 2021
Zaaknummer
23-002068-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor diefstal met braak en opzetheling na onvoldoende bewijs

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer, van 7 september 2020. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken van diefstal met braak, maar veroordeeld voor opzetheling. Het hof heeft het hoger beroep beperkt tot de veroordeling voor opzetheling. De tenlastelegging betrof het wegnemen van gereedschappen uit een voertuig in Zandvoort in januari 2019. Tijdens de zitting heeft de advocaat-generaal gevorderd tot een gevangenisstraf van vier maanden, maar het hof oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte betrokken was bij de diefstal of opzetheling. Het hof heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. Daarom is de verdachte integraal vrijgesproken van de beschuldigingen. Tevens zijn de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraffen afgewezen, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan de nieuwe tenlastelegging. Het arrest is uitgesproken in een openbare zitting en is ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. A.M.P. Geelhoed, die buiten staat was om te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002068-20
datum uitspraak: 21 september 2021
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer, van 7 september 2020 in de strafzaak onder de parketnummers 15-006356-19, 01-243708-17 (TUL) en 03-217258-17 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1987,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
7 september 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Omvang van het hoger beroep

De verdachte is bij het hierboven genoemde vonnis van 7 september 2020 van het onder feit 1 tenlastegelegde vrijgesproken en voor het onder feit 2 subsidiair bewezenverklaarde veroordeeld.
Namens de verdachte is tegen dat vonnis beperkt hoger beroep ingesteld tegen de veroordeling voor het onder feit 2 ten laste gelegde. Derhalve is het hoger beroep beperkt tot het onder 2 ten laste gelegde.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd - voor zover in hoger beroep aan de orde - dat:
2.
primair
hij in of omstreeks de periode van 6 januari 2019 tot en met 7 januari 2019 te Zandvoort, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, uit een voertuig (Fiat Ducato) diverse gereedschappen (te weten twee schroefmachines, merk/type: Dewalt en/of twee zaagmachines, merk/type: Dewalt en/of Festool), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [bedrijf], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen gereedschappen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
2. subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 6 januari 2019 tot en met 7 januari 2019 te Zandvoort, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal een of meer goederen, te weten twee schroefmachines, merk/type: Dewalt en/of twee zaagmachines, merk/type: Dewalt en/of Festool heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) (telkens) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder feit 2 primair en subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden met aftrek van het voorarrest, alsmede dat de vorderingen tot tenuitvoerlegging worden toegewezen.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 2 primair en subsidiair is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Vrijspraak feit 2 primair: diefstal met braak
Ten aanzien van feit 2 primair is het hof van oordeel dat op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting – in weerwil van het uitvoerige betoog van de advocaat-generaal over de gang van zaken in de betreffende nacht – niet met een voor een bewezenverklaring voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de verdachte betrokken is geweest bij de ten last gelegde diefstal van gereedschappen uit een voertuig.
Vrijspraak feit 2 subsidiair: opzetheling
Het hof overweegt dat op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting evenmin met een voor een bewezenverklaring voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de verdachte wist, dat de gereedschappen in de auto van misdrijf afkomstig waren, waardoor de aan de verdachte verweten opzetheling van de goederen niet bewezen is. Daartoe overweegt het hof nog dat de gereedschappen weliswaar kon worden waargenomen door de verdachte en dat met name de zaagmachine van aanzienlijke omvang was, maar dat dit nog niet betekent dat de verdachte daarmee wetenschap had dat dan wel op de koop heeft toegenomen dat deze goederen van misdrijf afkomstig waren.
Dit betekent dat de verdachte integraal zal worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde.

Vordering tenuitvoerlegging 03-217258-17

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg van 29 januari 2018 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes weken.
Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Nu de verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

Vordering tenuitvoerlegging 01-243708-17

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant van 7 maart 2018 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand.
Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Nu de verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 primair en 2 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg van 29 januari 2018, parketnummer 03-217258-17, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van zes weken.
Wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant van 7 maart 2018, parketnummer 01-243708-17, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van één maand.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting
hadden mr. A.W.T. Klappe, mr. A.M.P. Geelhoed en mr. C.J. van der Wilt, in tegenwoordigheid van
mr. B.K.M. Pouw, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
21 september 2021.
mr. A.M.P. Geelhoed is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.