ECLI:NL:GHAMS:2021:3253

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 oktober 2021
Publicatiedatum
29 oktober 2021
Zaaknummer
200.288.344/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huur ambtswoning en toelaatbaarheid eisvermeerdering na memorie van antwoord

In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een kort geding betreffende de huur van een ambtswoning. De appellant, die in hoger beroep is gekomen van een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam, heeft op 11 januari 2021 de appeldagvaarding ingediend. Het Bisdom Haarlem - Amsterdam, als geïntimeerde, heeft op 16 februari 2021 een memorie van antwoord ingediend en op 3 september 2021 een akte houdende overlegging producties en vermeerdering van eis. De appellant heeft op 13 september 2021 zijn hoger beroep ingetrokken, maar het Bisdom heeft aangegeven dat de vermeerderde vordering nog steeds aan de orde is. De mondelinge behandeling vond plaats op 14 september 2021, waarbij de appellant en zijn advocaat niet verschenen, terwijl de advocaat van het Bisdom wel aanwezig was.

De voorzieningenrechter had in het bestreden vonnis de appellant veroordeeld om de woonruimte binnen zes weken te ontruimen en hem in de kosten van het geding veroordeeld. De ontruiming heeft op 12 februari 2021 plaatsgevonden. Het hof heeft geoordeeld dat de intrekking van het hoger beroep door de appellant niet leidt tot doorhaling van de zaak, omdat het Bisdom arrest heeft gevraagd met het oog op de eisvermeerdering en proceskostenveroordeling. Het hof heeft de eisvermeerdering van het Bisdom toelaatbaar geacht, omdat deze is ingegeven door de ontruimingskosten die pas na de memorie van antwoord zijn ingediend.

Uiteindelijk heeft het hof de appellant niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep en hem veroordeeld tot betaling van ontruimingskosten aan het Bisdom, alsook in de kosten van het hoger beroep. Het arrest is op 26 oktober 2021 uitgesproken door de meervoudige burgerlijke kamer van het Gerechtshof Amsterdam.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.288.344/01 SKG
zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/693442 / KG ZA 20-1060
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 26 oktober 2021
inzake
[appellant],
wonend te [woonplaats] ,
appellant,
advocaat: mr. L.H. Haarsma te Paterswolde,
tegen
de kerkelijke rechtspersoon
HET BISDOM HAARLEM - AMSTERDAM,
gevestigd te Haarlem,
geïntimeerde,
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna [appellant] en het Bisdom genoemd.
[appellant] is bij dagvaarding van 11 januari 2021 in hoger beroep gekomen van het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam (hierna: de voorzieningenrechter) van 30 december 2020, voor zover dat onder bovenvermeld zaak-/rolnummer in conventie is gewezen tussen het Bisdom als eiser en [appellant] als gedaagde. De appeldagvaarding, met producties, bevat de grieven. Hierop heeft het Bisdom op 16 februari 2021 een memorie van antwoord, met producties, genomen.
Bij H12-formulier van 3 september 2021 heeft het Bisdom een akte houdende overlegging producties en vermeerdering van eis, met producties, ingediend.
Bij H12-formulier van 10 september 2021 heeft [appellant] een brief van 9 september 2021, met producties, ingediend.
[appellant] heeft bij faxbericht van 13 september 2021 het hoger beroep ingetrokken, verzocht de kosten van het hoger beroep te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt, en meegedeeld dat behandeling van de vermeerdering van eis (dus) niet in de rede ligt.
In reactie daarop heeft het Bisdom bij H16-formulier(en) van 14 september 2021 opgemerkt dat de intrekking van het hoger beroep door [appellant] niet meebrengt dat de vermeerderde vordering van het Bisdom niet meer aan de orde zou zijn en dat het Bisdom ervan uitgaat dat [appellant] zoals te doen gebruikelijk de geliquideerde kosten vergoedt.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 14 september 2021. [appellant] en zijn advocaat zijn niet verschenen. Namens het Bisdom is mr. M. Bakhuis, advocaat te Haarlem, verschenen. Zij heeft ter zitting genoemde akte houdende overlegging producties en vermeerdering van eis genomen en toegelicht.
Ten slotte is arrest gevraagd.

2.Beoordeling

2.1.
Bij het bestreden vonnis heeft de voorzieningenrechter in conventie – kort gezegd en voor zover in hoger beroep nog van belang – op vordering van het Bisdom [appellant] veroordeeld om de woonruimte aan de [adres] (hierna: het gehuurde) na betekening van het vonnis binnen zes weken te ontruimen, met veroordeling van [appellant] in de (na)kosten van het geding en uitvoerbaar- verklaring bij voorraad van het vonnis. Van deze beslissing is [appellant] in hoger beroep gekomen. De onvrijwillige ontruiming van het gehuurde heeft daarna, op 12 februari 2021, plaatsgevonden. Het Bisdom heeft bij akte van 14 september 2021 de oorspronkelijke eis vermeerderd en vordert thans tevens dat [appellant] , uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling aan het Bisdom van een bedrag aan ontruimingskosten van € 2.399,61, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover van 16 maart 2021 tot aan de dag der voldoening.
2.2.
Het hof merkt de door [appellant] bij faxbericht van 13 september 2021 gedane mededeling van intrekking van de zaak aan als een verzoek tot doorhaling van de zaak op de rol, omdat intrekking alleen mogelijk is vóór de eerstdienende dag en deze zaak zich al in een verder stadium bevindt. Doorhaling op de rol vindt plaats op eenstemmig verzoek van partijen daartoe (artikel 8.2 Landelijk Procesreglement). Het Bisdom heeft evenwel arrest gevraagd met het oog op een beslissing op de eisvermeerdering en een proceskostenveroordeling, zodat niet tot doorhaling kan worden overgegaan. Nu [appellant] zijn grieven niet handhaaft, zal het hof hem niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep.
2.3.
[appellant] heeft zich in genoemd faxbericht op het standpunt gesteld dat aan de vermeerdering van eis niet (meer) wordt toegekomen, aangezien het Bisdom geen incidenteel appel heeft ingesteld en er dus sprake is van één procedure in hoger beroep die inmiddels door hem is ingetrokken. Het hof volgt [appellant] hierin niet. Onder omstandigheden mag geïntimeerde (oorspronkelijk eiser) zijn eis in hoger beroep na de memorie van antwoord nog veranderen of vermeerderen, ook als een reeds bij memorie van antwoord ingesteld incidenteel hoger beroep ontbreekt (vgl. HR 19 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI8771). Naar het oordeel van het hof is de eisvermeerdering in dit geval toelaatbaar, omdat die is ingegeven door de nota van de deurwaarder van 26 februari 2021 ter zake van de ontruimingskosten (productie 44 van het Bisdom). Deze nota is namelijk pas binnengekomen nadat het Bisdom op 16 februari 2021 van antwoord had gediend en een eisvermeerdering ter zake kon dus niet in deze memorie worden opgenomen. Bovendien is voor het Bisdom eerst door het e-mailbericht van de advocaat van [appellant] van 18 maart 2021 duidelijk geworden dat hij weigerde om die kosten vrijwillig te voldoen (productie 45 van het Bisdom). De eisen van een goede procesorde verzetten zich ook niet tegen toelating van de eisvermeerdering. De akte eisvermeerdering is immers ingediend ruim vóór de mondelinge behandeling van 14 september 2021 waarop die akte zou worden genomen, te weten op 3 september 2021, zodat [appellant] voldoende gelegenheid heeft gehad om daarop te reageren, hetgeen hij bij zijn faxbericht van 13 september 2021 ook heeft gedaan. De intrekking van het hoger beroep door [appellant] laat derhalve onverlet dat deze (toelaatbare) eisvermeerdering door het hof dient te worden beoordeeld.
2.4.
Nu [appellant] daartegen geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd, zal het hof de bij de eisvermeerdering ingestelde vordering van het Bisdom toewijzen. Voor zover [appellant] bij op 14 september 2021 om 16:16 uur bij het hof ingekomen faxbericht nog heeft gemeld dat hij die vordering betwist, overweegt het hof dat op dit bericht geen acht kan worden geslagen omdat het te laat, namelijk na (aanvang van) de mondelinge behandeling van 15:30 uur, is binnengekomen.
2.5.
Gezien het voorgaande zal [appellant] worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. Het hof ziet geen aanleiding om, zoals door [appellant] is verzocht, die kosten tussen partijen te compenseren. Bij de begroting van het salaris van de advocaat van het Bisdom zal, naast een punt voor de memorie van antwoord, een punt worden gerekend voor de mondelinge behandeling, aangezien het hoger beroep pas de dag daarvoor aan het eind van de middag is ingetrokken en die behandeling, althans wat betreft de eisvermeerdering, is doorgegaan. Ook zal bij de begroting van die kosten een half punt voor de akte eisvermeerdering van het Bisdom worden gerekend.

4.Beslissing

Het hof:
verklaart [appellant] niet ontvankelijk in het hoger beroep;
veroordeelt [appellant] tot betaling aan het Bisdom van een bedrag van € 2.399,61, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2021 tot aan de dag der voldoening;
veroordeelt [appellant] in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van het Bisdom gevallen en tot op heden begroot op € 772,- voor verschotten en € 2.785,- voor salaris;
verklaart dit arrest ten aanzien van deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. E.K. Veldhuijzen van Zanten, D.J. van der Kwaak en M.A.J.G. Janssen en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2021.