ECLI:NL:GHAMS:2021:3253
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Huur ambtswoning en toelaatbaarheid eisvermeerdering na memorie van antwoord
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een kort geding betreffende de huur van een ambtswoning. De appellant, die in hoger beroep is gekomen van een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam, heeft op 11 januari 2021 de appeldagvaarding ingediend. Het Bisdom Haarlem - Amsterdam, als geïntimeerde, heeft op 16 februari 2021 een memorie van antwoord ingediend en op 3 september 2021 een akte houdende overlegging producties en vermeerdering van eis. De appellant heeft op 13 september 2021 zijn hoger beroep ingetrokken, maar het Bisdom heeft aangegeven dat de vermeerderde vordering nog steeds aan de orde is. De mondelinge behandeling vond plaats op 14 september 2021, waarbij de appellant en zijn advocaat niet verschenen, terwijl de advocaat van het Bisdom wel aanwezig was.
De voorzieningenrechter had in het bestreden vonnis de appellant veroordeeld om de woonruimte binnen zes weken te ontruimen en hem in de kosten van het geding veroordeeld. De ontruiming heeft op 12 februari 2021 plaatsgevonden. Het hof heeft geoordeeld dat de intrekking van het hoger beroep door de appellant niet leidt tot doorhaling van de zaak, omdat het Bisdom arrest heeft gevraagd met het oog op de eisvermeerdering en proceskostenveroordeling. Het hof heeft de eisvermeerdering van het Bisdom toelaatbaar geacht, omdat deze is ingegeven door de ontruimingskosten die pas na de memorie van antwoord zijn ingediend.
Uiteindelijk heeft het hof de appellant niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep en hem veroordeeld tot betaling van ontruimingskosten aan het Bisdom, alsook in de kosten van het hoger beroep. Het arrest is op 26 oktober 2021 uitgesproken door de meervoudige burgerlijke kamer van het Gerechtshof Amsterdam.