ECLI:NL:GHAMS:2021:3190

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 juli 2021
Publicatiedatum
25 oktober 2021
Zaaknummer
23-003772-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van opzetheling van een Range Rover Evoque

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van medeplegen van opzetheling van een gestolen Range Rover Evoque, die op 10 november 2016 te Loenen aan de Vecht was ontvreemd. De verdachte had samen met anderen de auto voorhanden gehad, terwijl hij wist dat het om een door misdrijf verkregen goed ging. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op de dag van de diefstal betrokken was bij de verplaatsing van de gestolen auto en dat hij samen met medeverdachten handelingen heeft verricht die duiden op opzetheling. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij enkel een lift heeft gegeven, maar het hof achtte deze verklaring ongeloofwaardig. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de primair tenlastegelegde feiten, maar het subsidiair tenlastegelegde feit van opzetheling bewezen verklaard. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003772-19
datum uitspraak: 21 juli 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 oktober 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-674017-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1993,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 7 juli 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 10 november 2016 te Loenen aan de Vecht, gemeente Stichtse Vecht, althans te Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
"een (personen)auto (merk Range Rover Evoque, gekentekend [kenteken 1]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BV] B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen voornoemde (personen)auto onder zijn/hun bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
(artikel 311 lid 1 onder 5 jo 47 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair
hij op of omstreeks 10 november 2016 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een personenauto (merk Range Rover Evoque, gekentekend [kenteken 1]) heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven en/of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
(Art. 416 jo 417bis jo 47 Wetboek van Strafrecht)
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, wegens proceseconomische redenen.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte primair is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

Bewijsoverweging

De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep integrale vrijspraak bepleit. Daartoe heeft hij, kort samengevat, aangevoerd dat de verdachte een verklaring heeft afgelegd over zijn aanwezigheid bij de auto die niet in strijd is met de waarheid, terwijl de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] onbetrouwbaar is. Bovendien heeft de verdachte geen beschikkingsmacht gehad over de auto en had hij niet hoeven vermoeden dat het om een gestolen voertuig ging. Tot slot zou geen sprake zijn van medeplegen nu onduidelijk is wat zich in de garage op 10 november 2016 aldaar heeft afgespeeld.
Het hof stelt de volgende feiten vast.
Op 10 november 2016 heeft [naam] namens [BV] B.V. aangifte gedaan van de diefstal te Loenen aan de Vecht van een Range Rover Evoque met kenteken [kenteken 1]. [1] Op de plaats waar hij deze had geparkeerd ontdekte hij glas; vermoedelijk was het linker voorportierraam ingeslagen en daarna de auto weggenomen. In de Range Rover bevond zich een trackingsysteem. Middels dat systeem is de locatie van de Range Rover achterhaald. De Range Rover bleek op 10 november 2016 zich te bevinden in een parkeergarage op de [adres 2] te Amsterdam. Agenten zijn op 10 november 2016 om 10.20 uur ter plaatse gegaan en zagen de gestolen auto staan voorzien van kenteken [kenteken 1]; zij constateerden dat het raam van het voorste portier vervangen was door een doorzichtig kunststof noodraam. Achter de passagiersstoel lag op de vloer versplinterd autoglas. [2] Naar aanleiding hiervan is een observatie uitgevoerd op 10 november 2016 in de nabije omgeving van de parkeergarage. Hierbij is het volgende bevonden. [3] Om 14:12 uur staat al enige tijd een zwarte Fiat Punto, voorzien van kenteken [kenteken 2] geparkeerd op een laad- en loshaven op de [adres 3], ter hoogte van de [adres 2]. In en bij die auto worden vier mannen gezien. Later is gebleken dat drie van hen, [medeverdachte 1] (het hof begrijpt hier en hierna: [medeverdachte 1]), [medeverdachte 2] (het hof begrijpt hier en hierna: [medeverdachte 2]) en de verdachte zijn. De vierde persoon is onbekend gebleken (NNman). Op dat moment komt een Opel aanrijden die achter de Fiat Punto parkeert. De NNman maakt contact met de inzittende(n) van de Opel, loopt vervolgens in de richting van het Delflandplein en komt enige minuten later terug met een schroevendraaier en overhandigt deze aan [medeverdachte 1]. Om 14:13 uur stapt de bestuurder van de Fiat Punto (het hof begrijpt: de verdachte [verdachte]) uit. De verdachte opent de kofferbak en haalt hier een jerrycan uit en geeft deze aan [medeverdachte 1]. De verdachte heeft een plastic tas vast. Samen lopen zij in de richting van de garage en gaan deze binnen, via de uitgang. Om 14:28 uur lopen de verdachte en [medeverdachte 1] samen de garage uit met een jerrycan en een tasje waarin een rechthoekig voorwerp zit. Uit het tasje steekt een gedeelte van een kentekenplaat. Om 14:46 uur loopt de verdachte samen met [medeverdachte 1] terug naar de garage en gaan de garage in. Om 14:48 uur komt een Volkswagen Polo aangereden en parkeert op het parkeerplaatsje tegenover de garage aan de [adres 2] te Amsterdam. Om 14:51 uur wordt de Fiat Punto verplaatst naar dezelfde locatie als voornoemde Volkswagen Polo. Om 14:52 uur komen de verdachte en [medeverdachte 1] de garage uit en lopen richting de Fiat Punto. Om 14.59 uur gaat weer 1 persoon de garage in, vermoedelijk [medeverdachte 1]. Om 15:00 uur komt de gestolen Range Rover Evoque de garage uitgereden, voorzien van andere kentekenplaten. De Range Rover rijdt dezelfde parkeerplaats op waar de Fiat Punto en de Volkswagen Polo geparkeerd staan. Direct daarop rijden alle drie de voertuigen de parkeerplaats af, de Fiat Punto rijdt voorop, gevolgd door de Volkswagen Polo en achteraan de Range Rover Evoque.
Op 10 november 2016 om 15.57 uur is de verdachte als bestuurder van de personenauto, merk Fiat, type Punto voorzien van het kenteken [kenteken 2] aangehouden. [4]
Op 11 november 2016 is forensisch sporenonderzoek aan de auto verricht. Verbalisant [verbalisant 14] zag dat het een motorvoertuig van het merk Land Rover, type Range Rover betreft.
Verbalisant zag aan zowel de voor- als achterzijde kentekenplaten met de combinatie [kenteken 3].
Het keurmerk en de unieke code ontbraken. Hij zag dat beide kentekenplaten aan weerszijden met een tie-wrap aan de kentekenhouders waren vastgebonden. Na het verwijderen van de valse kentekenplaten zag de verbalisant kentekenplaten met de combinatie: [kenteken 1]. [5]
Het hof overweegt als volgt
Betrouwbaarheid verklaring verdachte
De verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep, dat hij op 10 november 2016 de medeverdachte [medeverdachte 1], die volgens de verdachte een jerrycan bij zich had, enkel een lift heeft gegeven met zijn auto, de Fiat Punto, en later de betreffende Range Rover is gaan bekijken omdat hem dat is gevraagd, vindt geen ondersteuning in het zojuist vastgestelde.
Het hof schuift deze verklaring als ongeloofwaardig terzijde.
Voorhanden hebben
Uit bovenstaande blijkt dat de verdachte op 10 november 2016 te Amsterdam de gestolen Range Rover voorhanden heeft gehad nu de verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 1] de garage in is gegaan, daar enige tijd heeft vertoefd en in die tijd in ieder geval de tank van de Range Rover met benzine is gevuld. De Hoge Raad heeft een ruime uitleg gegeven aan de woorden ‘voorhanden hebben’. Ieder feitelijk voorhanden hebben, met welk doel of krachtens welke titel dan ook, valt er onder, dus ook voornoemd gebruik van een van misdrijf afkomstig voorwerp, in dit geval de Range Rover.
Opzetheling en medeplegen
Gelet op het vorenstaande, in onderlinge samenhang beschouwd, moet de verdachte hebben geweten dat het een gestolen auto betrof. De auto was voorzien van een noodruit en was (vermoedelijk door de plegers van de diefstal) in de garage geplaatst voorzien van de originele kentekenplaten. Het hof gaat ervan uit dat de verdachte in de garage samen met medeverdachte [medeverdachte 1] op de originele kentekenplaten valse kentekenplaten heeft geplaatst en tevens de benzinetank heeft gevuld. Ondertussen is de Fiat Punto van de verdachte door een onbekend gebleven persoon verplaatst naar de parkeerplaats tegenover de garage, waar op dat moment ook de Volkswagen Polo stond geparkeerd. Vervolgens is de verdachte in de Fiat Punto weggereden, direct gevolgd door de Volkswagen Polo en de gestolen auto. Hieruit blijkt bovendien van een gezamenlijk plan en de onderlinge taakverdeling. Het aandeel van de verdachte in de uitvoering moet worden aangemerkt als een nauwe en bewuste samenwerking.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen het medeplegen van opzetheling en daarmee worden de gevoerde verweren verworpen.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
subsidiair
hij op 10 november 2016 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen een personenauto merk Range Rover Evoque, gekentekend [kenteken 1] voorhanden heeft gehad terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Hetgeen subsidiair meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze hierboven zijn weergegeven.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het subsidiair bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het subsidiair bewezenverklaarde levert op:
Medeplegen van opzetheling.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het subsidiair bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 50 uren met aftrek.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan opzetheling van een dure personenauto. Dit zijn ergerlijke feiten, waarmee door de voorgaande diefstal schade is veroorzaakt en overlast is bezorgd aan de gedupeerden. Door aldus te handelen heeft de verdachte er blijk van gegeven geen respect te hebben voor andermans eigendom.
Het hof dient ook rekening te houden met de ouderdom van de zaak en is daarom van oordeel dat, alles afwegende, een taakstraf van na te melden duur passend en geboden is.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d, 47, 63 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het subsidiair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 20 dagen
hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.A.E. van Noort, mr. M.M.H.P. Houben en mr. A.M.P. Geelhoed, in tegenwoordigheid van mr. D. de Jong, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 juli 2021.
mr. M.M.H.P. Houben is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Een proces-verbaal van aangifte met nummer PL0900-2016348834-1 van 10 november 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1], p. 1-3
2.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2016244942-2 van 10 november 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 3], p. 5-6.
3.Een proces-verbaal van observatie met nummer 2016244124 van 10 november 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4], [verbalisant 5], [verbalisant 6], [verbalisant 7], [verbalisant 8], [verbalisant 9], [verbalisant 10] en [verbalisant 11], p. 7-11.
4.Een proces-verbaal van aanhouding verdachte [verdachte], van 10 november 2016 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 12] en [verbalisant 13], p. 95.
5.Een proces-verbaal van bevindingen van 22 november 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 14], p. 114.