Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
grief Ibetoogd dat deze feiten niet volledig zijn. Voor zover van belang zal het hof met deze grief hierna rekening houden. De feiten behelzen, waar nodig aangevuld met feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet (voldoende) betwist zijn komen vast te staan, het volgende.
“(…) Op basis van het advies is werknemer gestart in tijdelijke, aangepaste taken t.b.v. de re-integratie. Werknemer belt vanuit huis naar klanten die een bril hebben gekocht.Werknemer ervaart dat deze werkzaamheden wisselend verlopen (ene dag beter dan de andere dag). Geadviseerd is om samen met de werkgever een concreet schema te maken per dag. (…)Werkgever heeft hulpmiddel ter beschikking gesteld (o.a. headset) en werknemer is geadviseerd hiervan gebruik te maken, en tussendoor af te wisselen van houding. (…)”
“Ik probeer pijn afhankelijk 4 ochtenden of middagen of dag delen klanten te bellen.Daar de bewegelijkheid maar vooral de pijn in de schouder kan wisselen is het bijna onmogelijk om hier al vaste tijden aan te koppelen. (…)”
Werknemer is inzetbaar conform het advies in de Probleemanalyse en rekening houdende met de beperkingen. Werknemer geeft aan dat hij met de werkgever hierover afspraken heeft gemaakt. Werknemer claimt wisselende dag als gevolg van de ervaren klachten, waardoor hij aangeeft dat het de ene dag beter gaat dan de andere dag.”
Maar voor mijn beeldvorming hoeveel ben jij in de gelegenheid om te bellen zo? Vorige week of zo, waar hebben we het dan over:[appellant] :
ja kijk die vier uurtjes per dag die red ik eventueel nog wel dat is wel te doen.[leidinggevende van appellant] :
ja dus dan hebben we het over 5 keer 4 uurtjes, 4 keer 4 uurtjes.[appellant] :
ja zoiets.[leidinggevende van appellant] :
ja, nou dat is op zich wel goed.[appellant] :
ja vind ik ook.[leidinggevende van appellant] :
ja en komen daar nog dingen uit, waarvan je afspraken met in de agenda of wat hoe wat hoor je[appellant] :
bijna niks[leidinggevende van appellant] :
Bijna wel tevreden?[appellant] :
ja het merendeel is wel happy of die zeggen hij zit me niet goed maar ik ga na de crisis wel en die zijn nu niet echt bezig met een bril maar merendeel met het thuis blijven en dat soort dingen.Verder hebben [appellant] en [leidinggevende van appellant] tijdens dit gesprek afgesproken dat in het plan van aanpak zal worden vermeld dat [appellant] beperkt belastbaar is voor vier keer vier uur of vijf keer vier uur per dag en dat er een nieuwe afspraak bij de bedrijfsarts zal worden gemaakt.
“
(…) Op 25 juni 2020 hebben we elkaar gesproken. In dit gesprek heb ik aangegeven op basis van registraties in ons computersysteem en uw mobiele telefoon niet of nauwelijks werkzaamheden van uw hand waar te nemen, hetgeen haaks staat op de afspraken die we met elkaar gemaakt hebben omtrent uw re-integratie.Na uw reactie aangehoord te hebben, moeten wij helaas constateren dat u bij herhaling tegen zowel mij als de arbodienst en uw collega’s in strijd met de waarheid heeft gesproken over uw werkzaamheden vanaf maart 2020. U heeft gelogen over het werk dat u had moeten doen omdat u heeft gezegd dat u klanten belde maar dit in werkelijkheid niet deed.Uw verweer, dat u de werkzaamheden gedeeltelijk met uw eigen telefoon en die van uw vriendin heeft uitgevoerd, snijdt onzes inziens geen hout, daar u dan alsnog in dient te loggen op ons computersysteem teneinde telefoonnummers te verkrijgen. Op de vraag hoe u aan klantgegevens bent gekomen, heeft u geen antwoord gegeven. Bovendien bent u zeer slecht bereikbaar geweest voor de arbodienst op uw privé telefoon, waarna u de arbodienst verzocht heeft op uw werktelefoon te bellen, hetgeen de uitleg dat u uw privé telefoon voor werkdoeleinden gebruikt buitengewoon ongeloofwaardig maakt. (…)U heeft gehandeld in strijd met de bepalingen in uw arbeidsovereenkomst omdat u niet bereikbaar bent geweest en met name omdat u niet de afgesproken vervangende werkzaamheden tijdens ziekte heeft verricht. Ons vertrouwen is hierdoor ernstig geschaad. Vanwege bovengenoemde gedragingen heeft u niet alleen in strijd gehandeld met de plichten die de arbeidsovereenkomst aan u oplegt. Uw handelwijze kwalificeren wij als ernstig verwijtbaar. Van ons kan niet worden gevergd de arbeidsovereenkomst met u voort te laten duren. (…)”
[leidinggevende van appellant] heeft voorgesteld om, teneinde een ontslagprocedure te vermijden, te komen tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden.
3.Beoordeling
II tot en met Vrichten zich tegen het oordeel van de kantonrechter dat [appellant] verwijtbaar heeft gehandeld door in strijd met de waarheid te doen voorkomen dat hij (vrijwel) dagelijks met klanten telefoneerde. Het hof zal deze grieven daarom gezamenlijk behandelen. Aansluitend zal grief
VII, die betrekking heeft op de transitievergoeding en de billijke vergoeding, aan de orde komen.
II tot en met Vfalen derhalve. Herplaatsing lag niet in de rede nu sprake is van verwijtbaar handelen als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 aanhef en sub e BW. Nu het verzoek van Eyelove tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet ten onrechte is toegewezen, bestaat geen grond voor herstel van de arbeidsovereenkomst of een billijke vergoeding gebaseerd op artikel 7:683 lid 3 BW.
VIIverzocht om toekenning van de wettelijke transitievergoeding van € 3.382,50 bruto. Volgens [appellant] heeft de kantonrechter ten onrechte niet beoordeeld of hij daar recht op heeft, ook als sprake is van ernstig verwijtbaar handelen.
VIfaalt.