ECLI:NL:GHAMS:2021:2976
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid gemeente in verband met niet in rechte betrekken bewindvoerder
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, ging het om de niet-ontvankelijkheid van de gemeente Amsterdam in een verzoek tot het vaststellen van een verhaalsbijdrage van de man, die onder bewind stond. De man, vertegenwoordigd door zijn bewindvoerder, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had bepaald dat de man een verhaalsbijdrage van € 127,50 per maand aan de gemeente moest betalen. De man en zijn bewindvoerder stelden dat de gemeente de bewindvoerder niet als formele procespartij had betrokken in de procedure, wat volgens hen tot niet-ontvankelijkheid van de gemeente moest leiden.
Het hof oordeelde dat de bewindvoerder inderdaad als formele procespartij had moeten worden betrokken, aangezien hij de rechthebbende vertegenwoordigt in en buiten rechte. De gemeente had erkend dat zij de bewindvoerder in de procedure had moeten betrekken. Gezien deze omstandigheden verklaarde het hof de gemeente niet-ontvankelijk in haar verzoek en vernietigde de beschikking van de rechtbank. Daarnaast werd de gemeente veroordeeld in de proceskosten, die door de appellanten op € 884,- waren begroot. De beslissing werd op 28 september 2021 openbaar uitgesproken door de rechters van het hof.