Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
- de in het eerste bewijsmiddel (pagina 4 van het vonnis: de verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting) weergegeven passages “
- aan de in het tweede bewijsmiddel (pagina 5 van het vonnis, proces-verbaal van aangifte [aangever]) weergegeven passage “
- de in het derde bewijsmiddel (pagina 5 van het vonnis, proces-verbaal verhoor aangever [aangever]) weergegeven passage
- aan de in het vierde bewijsmiddel (pagina 6 van het vonnis, proces-verbaal van bevindingen, verklaring getuige [medeverdachte 3]) weergegeven passage
- aan de in het vijfde bewijsmiddel (pagina’s 6-7 van het vonnis, proces-verbaal van bevindingen verklaring getuige [medeverdachte 2]) weergegeven passage “
- aan de in het zesde bewijsmiddel (pagina 8 van het vonnis, proces-verbaal van bevindingen, verklaring medeverdachte [medeverdachte 4] 18 juni 2020) weergegeven passages “
- het zevende bewijsmiddel (proces-verbaal van bevindingen, verklaring medeverdachte [medeverdachte 4] 14 juli 2021) schrapt;
- de op pagina 9 van het vonnis onder het kopje 3.3.3 “Bewijsmotivering” weergegeven passage
- de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen aanvult zoals hieronder opgenomen
- de bewijsmotivering in die zin aanvult dat hieronder nog wordt ingegaan op de in hoger beroep gevoerde verweren.
Bewijsmiddelen:
Een proces-verbaal van verhoor verdachte met documentcode 200618.1030.2429 van 18 juni 2020, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar
[medeverdachte 1]:
Oplegging van straf en maatregel
(hierna: de Raad)geadviseerde bijzondere voorwaarden verbonden en deze dadelijk uitvoerbaar verklaard:
- meldplicht bij de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
- meewerken aan een woontraject bij de [plek];
- onderwijs volgen of het hebben van een zinvolle dagbesteding;
- een contactverbod met de medeverdachten [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1].
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
178 (honderdachtenzeventig) dagen.
62 (tweeënzestig) dagen,niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dat noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
€ 5.585,18 (vijfduizend vijfhonderdvijfentachtig euro en achttien cent)bestaande uit
€ 585,18 (vijfhonderdvijfentachtig euro en achttien cent)materiële schade en
€ 5.000,00 (vijfduizend euro)immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
0 (nul)dagen.