Uitspraak
1.Het beklag
beklaagde] (hierna: beklaagde) ter zake van belediging dan wel smaad(schrift).
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 oktober 2021 uitspraak gedaan over een beklag dat was ingediend door klager tegen de beslissing van de officier van justitie om geen strafvervolging in te stellen tegen beklaagde voor belediging en smaad. Klager, een publicist, had aangifte gedaan naar aanleiding van een tweet van beklaagde, die NRC-columnist en voormalig Tweede Kamerlid is. De tweet van beklaagde bevatte beschuldigingen van racisme aan het adres van klager, wat klager als grievend en beledigend ervoer.
Het hof heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de relevante juridische kaders, waaronder de vrijheid van meningsuiting zoals gewaarborgd in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het hof overwoog dat de uitingen van beklaagde in de context van het publieke debat moeten worden geplaatst en dat er in een democratische samenleving ruimte moet zijn voor uitingen die kwetsend kunnen zijn.
Na beoordeling van de feiten en omstandigheden concludeerde het hof dat het niet te verwachten was dat de strafrechter tot een bewezenverklaring van belediging of smaad zou komen. De uitingen van beklaagde waren niet disproportioneel en niet onnodig grievend in de context van het publieke debat. Het hof wees het beklag van klager af, met de overweging dat er geen goede redenen waren om tot strafvervolging over te gaan.