Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.DE POLIKLINIEK HOLDING B.V.,
DE OOGPOLIKLINIEK B.V.,
DE POLIKLINIEK HOOFDDORP B.V.,
MEDICAL SERVICE SUPPORT B.V.
XL MEDICAL B.V.
[appellant sub 6]
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
grief 1in hoger beroep komen Polikliniek Holding c.s. op tegen de vaststelling van de feiten. Volgens Polikliniek Holding c.s. zijn de feiten zoals door haar in eerste aanleg naar voren gebracht onvoldoende in de feitenvaststelling tot uitgangspunt genomen. Het hof zal bij de vaststelling van de feiten, zoals hierna weer te geven, dan wel bij de beoordeling rekening houden met deze grief, voor zover deze voldoende concreet is en relevant voor de beoordeling in hoger beroep. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
“(…) Wij zijn op een zeker moment gebeld om een afspraak te maken vanuit de Rabobank met de aankondiging dat men met de (zakelijke) realties in het kader van het besluit van de Regering, zoals in de pers meermaals is aangestipt. (...) Na de introductie en natuurlijk de aard van het bezoek zijn er veel vragen afgevuurd (…). Wat was de betaling vanuit Rusland (…) Of Cengiz [ [appellant sub 6] ; toevoeging hof] ook zaken met Syrië doet (…) Wat vragen over (veel) contante stortingen in het verleden, aangegeven dat bij haartransplantaties er een aanzienlijk deel contant betaalde en dat ik werk sinds mijn komst, aan meer betalingen per pin/overboeking. Afgesloten met dank en dat Bea [ [D] , toevoeging hof] zich zou melden met vragen qua informatie welke zij nodig hebben na een inventarisatie. (…)”.
met inkoop/verkoop van medisch apparatuur en advies werk aan ziekenhuizen/klinieken wereldwijd met uitzondering aan landen waar een handelsembargo is opgelegd.” In de loop van september 2019 hebben Polikliniek Holding c.s. stukken aan Rabobank overhandigd, waaronder facturen, een oprichtingsakte van MCC en jaarrekeningen van Polikliniek Holding c.s. Partijen hebben daarna regelmatig telefonisch contact gehad omdat Rabobank de aangeleverde informatie niet toereikend vond.
“(…) Zie e-mail van mijn accountant. Echter de BVBA bestaat meer dan 10 jaar en er is geen bankafschrift meer aanwezig. Bij de oprichtingsakte/inschrijving welk u al bekend is, staat er al dat het vermogen is gestort. Indien u meer vragen heeft, kunt u deze aan mevrouw [E] [de accountant; toevoeging hof] stellen. (…).”[appellant sub 6] heeft Rabobank een e-mailbericht van de accountant van 13 november 2019 doorgestuurd, waarin de accountant laat weten:
“(…) We hebben geen informatie ter onze beschikking om een verklaring te geven over de herkomst van het vermogen. Als u het bankuittreksel kan bezorgen waarbij u het minimum kapitaal van € 12.400 heeft gestort kunnen we u een verklaring geven. (…)”.
“(…) Met betrekking tot herkomst vermogen Management Control Center BVBA waarmee tekorten worden gefinancierd van De Polikliniek Holding BV cs dienen wij een accountantsverklaring te ontvangen. De accountant van Management Control Center BVBA dient te verklaren dat de geldstromen en de herkomst vermogen plausibel is, er geen signalen zijn die duiden op witwassen, corruptie en/of terrorismefinanciering en dat er geen directe en/of indirecte (via U-bocht landen) zaken worden gedaan met gesanctioneerde partijen en/of landen;
“Ik (…) verklaar dat (…) wij op basis van de voorgelegde en verstrekte gegevens de jaarrekening per 31 december 2018, 31 december 2017 en 31 december 2016 hebben samengesteld. De verantwoordelijkheid voor de juistheid en de volledigheid van die gegevens en voor de daarop gebaseerde jaarrekeningen berust bij het bestuursorgaan. (…) De aard en de omvang van deze werkzaamheden brengen met zich mee dat deze niet kunnen resulteren in een uitspraak over de getrouwheid van voornoemde jaarrekeningen (…).”Bij e-mailbericht van 19 mei 2020 hebben Polikliniek Holding c.s. op verzoek van Rabobank een afschrift van het hele aandeelhoudersregister van Dutch Clinic Select verstrekt.
(…) Het nazicht betrof uitsluitend een controle van de kosten voor de betreffende perioden. Er werden geen inbreuken vastgesteld (…) Door het uitbreken van Covid-19 (…) is er in onderling overleg besloten de controle zonder bezoek ter plaatse uit te voeren. Wij hebben dus geen volledige vrije toegang gehad tot alle onderliggende stukken. Daarom maken wij als voorbehoud dat deze controle geen enkele definitieve uitspraak doet (…).”.
4.Beoordeling
grieven 2, 3, 4, 5 en 6richten Polikliniek Holding c.s. zich in de kern tegen het oordeel van de voorzieningenrechter dat voorshands niet aannemelijk is geworden dat Rabobank haar zorgplicht heeft geschonden en dat de beëindiging van de kredietrelatie door Rabobank onder de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is. De grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Polikliniek Holding c.s. stellen dat Rabobank op grond van de Wwft niet tot opzegging kon en mocht overgaan en dat het gebruik van Rabobank van haar opzeggingsbevoegdheid op grond van (artikel 35 van) de ABV naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Zij voeren hiertoe aan dat Rabobank lichtvaardig is overgegaan tot het uitvoeren van cliëntenonderzoek en dat zij dat onderzoek onzorgvuldig heeft uitgevoerd. Zij stellen dat zij alle mogelijke medewerking aan Rabobank hebben verleend en daarmee aan hun zorgplicht jegens Rabobank hebben voldaan. Rabobank heeft daarentegen volgens Polikliniek Holding c.s. niet aan haar zorgplicht jegens hen voldaan door in het kader van het onderzoek steeds nieuwe informatie te vragen, ook over vennootschappen die geen deel uitmaken van de groepsstructuur of geen klant zijn bij Rabobank, en door een accountantsverklaring te verlangen waarvan zij wist dat Polikliniek Holding c.s. die niet zouden kunnen verstrekken. Polikliniek Holding c.s. betogen dat het aan Rabobank is aannemelijk te maken dat sprake is van een onacceptabel risico op witwassen en/of terrorismefinanciering. Rabobank stelt volgens Polikliniek Holding c.s. echter slechts dat zij niet kan uitsluiten dat MCC (en dus indirect Polikliniek Holding c.s.) mogelijk betrokken is bij witwassen of handel met sanctielanden, maar daarvoor geen concrete indicatie heeft.
in het kader van het besluit van de Regering, zoals in de pers meermaals is aangestipt”. Hoewel deze tekst niet helemaal duidelijk is, blijkt daaruit dat hem de aanleiding voor het gesprek was medegedeeld, en gezien de verwijzing naar de media ligt voorshands ook voor de hand dat dit (de aandacht voor) de vereisten op grond van de Wwft betrof.
grief 7die is gericht tegen de proceskostenveroordeling.
5.Beslissing
€ 3.342,00 voor salaris en op € 163,- voor nasalaris, te vermeerderen met € 85,- voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit arrest plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente, indien niet binnen veertien dagen na dit arrest dan wel het verschuldigd worden van de nakosten aan de kostenveroordeling is voldaan;