Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
grief 1gegrond is, wat op zichzelf niet tot vernietiging van het bestreden vonnis leidt.
grief 2faalt.
grief 3evenmin terecht is voorgesteld en dat ook
grief 4, die stoelt op dezelfde grondslag als de derde grief, moet worden verworpen.
onaanvaardbaarals bedoeld in artikel 6:248 lid 2 BW is. Voor zover [appellant] ook in dit verband heeft gesteld dat de situatie van meet af aan onrechtmatig was, herhaalt het hof wat het hiervoor (onder 3.6.2) reeds heeft overwogen, te weten dat hij daarmee miskent dat de vaststellingsovereenkomst nadien is gesloten en hij er dus niet (meer) van kon uitgaan dat de onrechtmatige toestand – zo daarvan al sprake was – binnen afzienbare tijd zou worden opgeheven.
grief 6, die zelfstandige betekenis mist, eveneens faalt.