In deze zaak heeft klager een klacht ingediend tegen een notaris naar aanleiding van een leningsovereenkomst die hij had gesloten met een derde partij, in ruil voor de helft van de aandelen in zijn werkmaatschappij. Op de dag van het passeren van de akte van aandelenoverdracht bleek dat het eerste termijnbedrag van de lening niet was overgemaakt door de derde partij. Desondanks heeft de notaris de akte gepasseerd, wat leidde tot de klacht van klager dat de notaris zijn zorgplicht en belehrungsplicht niet had nageleefd. De notaris had klager moeten wijzen op de risico's van het passeren van de akte zonder ontvangst van het termijnbedrag. De kamer voor het notariaat heeft op 10 augustus 2021 de klacht deels gegrond verklaard, wat resulteerde in een berisping van de notaris, een boete van € 5.000, en een proceskostenveroordeling. Het hof bevestigde deze beslissing en oordeelde dat de notaris tekort was geschoten in zijn verantwoordelijkheden, waardoor klager niet adequaat was geïnformeerd over de risico's van de transactie. De notaris werd veroordeeld tot betaling van de kosten van klager en de kosten van de behandeling van de klacht.