In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van openlijk in vereniging geweld plegen tegen een persoon op 5 september 2019 in Amsterdam, specifiek in het winkelcentrum aan het Osdorpplein. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, waarvan een deel voorwaardelijk. In hoger beroep heeft het hof de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met een medeverdachte, openlijk geweld heeft gepleegd tegen een jonger slachtoffer, wat resulteerde in lichamelijk letsel en schade aan de bril van het slachtoffer. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en de verdachte opnieuw schuldig bevonden aan het tenlastegelegde feit, maar met een andere bewezenverklaring. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partij, die zich in de procedure had gevoegd met een vordering tot schadevergoeding van € 624,09, waarvan het hof € 374,09 heeft toegewezen. De vordering tot immateriële schade is vastgesteld op € 250,00. Het hof heeft de wettelijke rente vanaf de datum van het delict toegewezen en de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaard in de vordering, met de mogelijkheid om deze bij de burgerlijke rechter aan te brengen.