Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Ik hoorde geschreeuw vanuit de shishabar. In één keer kwamen ze vechtend richting de kant van de klanten. De oudere man had een waterpijpflesje in zijn hand. Hij wou het gooien richting de jongere man, toen kwamen de personeelsleden ertussen. In tussen tijd waren er allerlei dingen kapot gegaan. Een waterpijpfles en één paar glazen. Iedereen was geschrokken.
[appellant] elke dag werkt vies praten en heel veel probleem werk. is normaal dat dit is gebeurd. Ik heb gezin [F] en [appellant] ruzie. Ik will helpen zegt magt niet ruzie. [appellant] heefd waterpijp gepakt. En grond was nat is hand glij is waterpijp is flesje handje gevallen in de twee waterpijp potjes is kapot. Ik ben weggegaan niet meer gezin ruzie andere ik niet meer gezin.
Ik als klant zijnde ben op 14 februari (Valentijnsdag) met mijn vriend wezen uit eten bij Restaurant ‘ [X] ’. Na een gezellige avond ben ik nog even naar het toilet geweest, waar de desbetreffende ‘vechtpartij’ aan de gang was. Ik zag een wat oudere man, met weinig haar heel hard tekeer gaan tegen een jongere jongeman met krullen en een breed postuur. Als eerst leek het op bekvechten, vervolgens begon er fysiek geweld en in de tussentijd waren er een paar dingen (glazen) al gebroken – gevallen. Na het zien van het geweld ben ik direct weggegaan naar boven (mijn plek). Vervolgens zag ik agenten komen en heb ik mij er niet verder mee bemoeid.
neem mij niet kwalijk, het spijt me. Aan klanten heb ik ook al excuus aangeboden. Zal proberen dat zoiets nooit meer voorkomt. Beloof het. Maar toen ik het woord ‘aan je moeder’ hoorde hield ik het gewoon niet meer. Sorry het spijt me.
3.Beoordeling
Afgelopen vrijdag op 14 februari 2020 is tijdens uw werktijd – mede door u te doen – een vechtpartij ontstaan op de werkvloer bij uw werkgever en in het bijzijn van gasten.”Het hof vat deze zinsnede op als een verwijt jegens [appellant] dat mede door zijn toedoen een vechtpartij is ontstaan en zal bij de verdere beoordeling van dit verwijt uitgaan als door [X] aangevoerde reden voor het aan [appellant] gegeven ontslag op staande voet.