Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.B.V. CENTRAAL HUIZEN BEHEER,
[X] B.V.,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van een huurovereenkomst en de ontruiming van een sociale huurwoning. De appellant, een huurder, was in hoger beroep gekomen tegen een vonnis van de kantonrechter dat de ontbinding van de huurovereenkomst had toegewezen. De huurder had de woning sinds 1 december 1991 gehuurd, maar had deze in strijd met de huurovereenkomst aan derden onderverhuurd. De verhuurder, B.V. Centraal Huizen Beheer (CHB), had bewijs verzameld van deze onderverhuur door middel van observaties en een rapport van een recherchebureau. De kantonrechter had de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming toegewezen, evenals een vordering tot betaling van huurachterstand en onderzoekskosten. In hoger beroep heeft de huurder betoogd dat de kantonrechter ten onrechte had geoordeeld dat er sprake was van een langdurige tekortkoming. Het hof heeft echter geoordeeld dat de huurder gedurende een aaneengeschakelde periode van minstens twee jaar een deel van de woning had onderverhuurd, wat een ernstige tekortkoming opleverde. Het hof heeft de grieven van de huurder verworpen en de vorderingen van CHB in incidenteel hoger beroep toegewezen, waaronder de huurachterstand en de integrale onderzoekskosten. De huurder is in zijn eis in reconventie niet-ontvankelijk verklaard en is veroordeeld in de kosten van het geding.