Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
- antwoordakte zijdens [geïntimeerde] van 1 september 2020.
2.Feiten
grief 1betoogt [appellant] dat deze feiten onvolledig zijn weergegeven, maar wordt de juistheid van de vastgestelde feiten niet betwist. Deze feiten zijn in hoger beroep dan ook niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en rekening houdend met hetgeen [appellant] in zijn toelichting op grief 1 aanvoert voor zover niet betwist door [geïntimeerde] , en aangevuld met hetgeen overigens als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist, komen de feiten neer op het volgende.
“Uitstekend onderhouden vaartuig van bewezen constructie, in topconditie.”
“(…)Wanneer zijn de afsluiters vervangen?(…)laatste 3 jaar is er dus nauwelijks of niet mee gevaren?
“De laatste jaren is de boot nauwelijks gebruikt, het stond in een loods.
“LeveringArt. 3.1 Het vaartuig wordt geleverd (…) in de zichtbare toestand waarin het vaartuig bevonden is bij inspectie door of namens koper verricht. (…)”
3.Beoordeling
A. € 8.492,26 herstelkosten;
B. € 1.060,56 ter zake van stallingskosten;
C. € 1.031,69 ter zake van buitengerechtelijke kosten;
D, E, en F: de wettelijke rente, proceskosten en de nakosten.
grieven 3 tot en met 6lenen zich voor gezamenlijke bespreking en betreffen de kern van het geschil, te weten de vraag
(i) of ten aanzien van de boot sprake was van non conformiteit zoals bedoeld in artikel 7:17 BW, en/of
(ii) [appellant] heeft gedwaald bij het aangaan van de koopovereenkomst.
Roerkoningen alleen aan de buitenzijde gezien, specifiek gevraagd aan de jachtmakelaar of deze lek waren, daar was niet mee aan de hand aldus jachtmakelaar. (…)”
“Ik heb aan [A] gevraagd naar de oorzaak van het aanwezige water wat in de boot stond in de bilgeruimte onder de motoren. (…)Toen hebben we gesproken over het gebobbelde deel aan de achterkant van de boot en waarom de roerkoningen niet uiterlijk zichtbaar waren maar bedekt waren met polyester.
4.Beslissing
;
uiterlijk op dinsdag 6 juli 2021 schriftelijk de verhinderdata van de partijen, hun advocaten en de te horen getuigen zullen opgeven in de periode van juli tot en met oktober 2021 aan het (enquêtebureau van het) hof,waarna een datum zal worden bepaald;