ECLI:NL:GHAMS:2021:1653

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 mei 2021
Publicatiedatum
8 juni 2021
Zaaknummer
23-002446-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake meermalen gepleegde winkeldiefstal

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Algerije en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was eerder veroordeeld voor winkeldiefstal. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld voor meermalen gepleegde winkeldiefstal. De tenlastelegging omvatte het stelen van horloges, kleding, kaas en schoenen uit verschillende winkels in Amsterdam op 18 april 2019. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte samen met een ander deze diefstallen had gepleegd. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.

De strafbaarheid van de verdachte werd niet uitgesloten door enige omstandigheid, en het hof oordeelde dat de diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd, strafbaar was. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van zes weken geëist, en het hof oordeelde dat deze straf passend was, gezien de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor vergelijkbare delicten. Het hof nam in overweging dat de verdachte zich op brutale wijze had schuldig gemaakt aan meerdere winkeldiefstallen, wat niet alleen materiële schade veroorzaakte voor de gedupeerden, maar ook gevoelens van onveiligheid in de maatschappij met zich meebracht. De verdachte werd uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken, met aftrek van voorarrest.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002446-19
datum uitspraak: 31 mei 2021
VERSTEK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 30 april 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-095037-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Algerije) op [geboortedag] 1978,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 17 mei 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 18 april 2019 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- horloges, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan winkelbedrijf [winkel 1],
- kleding, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan winkelbedrijf [winkel 2],
- kaas, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan winkelbedrijf [winkel 3],
- schoenen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan winkelbedrijf [winkel 4],
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 18 april 2019 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander,
- horloges, toebehorende aan winkelbedrijf [winkel 1],
- kleding, toebehorende aan winkelbedrijf [winkel 2],
- kaas, toebehorende aan winkelbedrijf [winkel 3],
- schoenen, toebehorende aan winkelbedrijf [winkel 4],
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte ten aanzien van het tenlastegelegde vrijgesproken.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes weken, met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich met zijn mededader op één dag viermaal schuldig gemaakt aan brutale winkeldiefstallen in Amsterdam. In de winkels hebben de verdachten meerdere T-shirts, zes horloges, kaas en twee rechter schoenen gestolen. Winkeldiefstallen schenden het eigendomsrecht van het betreffende bedrijf en brengen materiële schade, hinder en overlast voor de gedupeerde met zich mee. Daarbij veroorzaken dergelijke strafbare feiten gevoelens van onveiligheid in de maatschappij. Het hof neemt het de verdachte kwalijk dat hij enkel op eigen geldelijk gewin uit is geweest.
In het nadeel van de verdachte weegt het hof mee dat hij blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 10 mei 2021 driemaal eerder onherroepelijk is veroordeeld voor winkeldiefstal en de nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd gedurende een proeftijd.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M.P. Geelhoed, mr. F.A. Hartsuiker en mr R.A.E. van Noort, in tegenwoordigheid van mr. D. Damman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 31 mei 2021.
mr. A.M.P. Geelhoed is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]