In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Algerije en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was eerder veroordeeld voor winkeldiefstal. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld voor meermalen gepleegde winkeldiefstal. De tenlastelegging omvatte het stelen van horloges, kleding, kaas en schoenen uit verschillende winkels in Amsterdam op 18 april 2019. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte samen met een ander deze diefstallen had gepleegd. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.
De strafbaarheid van de verdachte werd niet uitgesloten door enige omstandigheid, en het hof oordeelde dat de diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd, strafbaar was. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van zes weken geëist, en het hof oordeelde dat deze straf passend was, gezien de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor vergelijkbare delicten. Het hof nam in overweging dat de verdachte zich op brutale wijze had schuldig gemaakt aan meerdere winkeldiefstallen, wat niet alleen materiële schade veroorzaakte voor de gedupeerden, maar ook gevoelens van onveiligheid in de maatschappij met zich meebracht. De verdachte werd uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken, met aftrek van voorarrest.