ECLI:NL:GHAMS:2021:1608

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 mei 2021
Publicatiedatum
2 juni 2021
Zaaknummer
23-004574-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake criminele organisatie en autodiefstallen met vrijspraak voor primair tenlastegelegde feiten

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 20 december 2017. De verdachte, geboren in 1988 en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Lelystad, was beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en meerdere autodiefstallen. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 10 mei 2021. De tenlastelegging omvatte onder andere gekwalificeerde diefstal, opzetheling, valsheid in geschrift en het voorhanden hebben van middelen als bedoeld in de Opiumwet. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij een gestructureerde organisatie die zich bezighield met het stelen van auto’s, het vervalsen van documenten en kentekenplaten, en het omkatten van voertuigen. De verdachte heeft een actieve rol gespeeld in deze organisatie, onder andere door het vervaardigen van valse sleutels. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van het primair en subsidiair ten laste gelegde, maar heeft de overige feiten bewezen verklaard. De rechtbank had eerder een gevangenisstraf van 48 maanden opgelegd, maar het hof heeft deze straf gematigd tot 30 maanden, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn in het hoger beroep. De beslissing van het hof omvatte ook de toepassing van gijzeling in plaats van vervangende hechtenis voor de schadevergoedingsmaatregelen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004574-17
datum uitspraak: 21 mei 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 20 december 2017 in de strafzaak onder parketnummer 13-997082-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1988,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Lelystad te Lelystad.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 10 mei 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging is aan de verdachte tenlastegelegd dat:
1.
ZD01
hij in of omstreeks de periode van 8 oktober 2015 tot en met 9 oktober 2015 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (merk: Volkswagen Golf, kenteken [kenteken 1] , kleur zilver), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , althans aan een ander of anderen dan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen personenauto onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of valse sleutels;
Subsidiair
hij in of omstreeks 10 oktober 2015 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een personenauto (een Volkswagen Golf, met Oostenrijks kenteken [kenteken 1] ) heeft verworven en/of overgedragen en/of voorhanden gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven en/of het voorhanden krijgen van die auto wist(en), dat het een door diefstal, in elk geval een door misdrijf verkregen goed betrof.
2.
ZD02
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 11 november 2015 tot en met 12 november 2015 te Amsterdam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (merk: Volkswagen Golf, kenteken [kenteken 2] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan die onbekend gebleven perso(o)n(en), waarbij die onbekend gebleven perso(o)n(en) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen personenauto onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of valse sleutels,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op 11 november 2015 te Amsterdam, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) een sms-bericht te sturen met als inhoud een zogenaamde insnijdingscode van de autosleutel van de gestolen Volkswagen Golf, met welke code een autosleutel kan worden gemaakt.
3.
ZD07
hij in of omstreeks de periode van 18 januari 2016 tot en met 19 januari 2016 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (merk: Volkswagen Polo, kenteken [kenteken 3] , kleur zwart), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BV 1] BV en/of [slachtoffer 2] , althans aan een ander of anderen dan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen personenauto onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of valse sleutels;
Subsidiair:
hij in op omstreeks de periode van 18 januari 2016 tot en met 19 januari 2016 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een personenauto (merk: Volkswagen Polo, kenteken [kenteken 3] , kleur zwart) heeft verworven en/of overgedragen en/of voorhanden gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven en/of het voorhanden krijgen van die auto wist(en), dat het een door diefstal, in elk geval een door misdrijf verkregen goed betrof.
4.
ZD08
hij op of omstreeks 22 januari 2016 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (merk: Volkswagen Tiguan, kenteken [kenteken 4] , kleur wit), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] , althans aan een ander of anderen dan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen personenauto onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of valse sleutels;
Subsidiair
hij op of omstreeks 22 januari 2016 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een personenauto (merk: Volkswagen Tiguan, kenteken [kenteken 4] , kleur wit) heeft verworven en/of overgedragen en/of voorhanden gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven en/of het voorhanden krijgen van die auto wist(en), dat het een door diefstal, in elk geval een door misdrijf verkregen goed betrof.
5.
ZD10
hij in of omstreeks de periode van 26 januari 2016 tot en met 27 januari 2016 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (Volkswagen Tiguan, kenteken [kenteken 5] , kleur blauw), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] , althans aan een ander of anderen dan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen personenauto onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of valse sleutels.
6.
ZD11
hij in of omstreeks de periode van 27 januari 2016 tot en met 28 januari 2016 te Haarlem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (merk: Volkswagen Tiguan, kenteken [kenteken 6] , kleur beige), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] , althans aan een ander of anderen dan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen personenauto onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of valse sleutels.
7.
ZD13
hij in of omstreeks de periode van 28 januari 2016 tot en met 29 januari 2016 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (merk: Volkswagen Tiguan, kenteken [kenteken 7] , kleur grijs), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BV 2] BV en/of [slachtoffer 6] , althans aan een ander of anderen dan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen personenauto onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of valse sleutels.
8.
ZD17
hij op of omstreeks 9 mei 2016 te Drunen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (Volkswagen Golf, kenteken [kenteken 8] , kleur zwart), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] , althans aan een ander of anderen dan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen personenauto onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of valse sleutels.
9.
ZD4
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 4 december 2015 tot en met 17 februari 2016 te Amsterdam, opzettelijk (een) vals€ of vervalst€ geschrift(en), bestemd om tot het bewijs van enig feit te dienen, te weten een of meer kentekenplaten met de tekens [kenteken 9] en/of [kenteken 10] , voorhanden heeft gehad, terwijl hij verdachte wist, dan wel redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die geschrift(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware(n) dit/die echt en onvervalst.
10.
ZD18
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2015 tot en met 7 juni 2016 te Amsterdam en/of Haarlem en/of Lijnden en/of Helmond en/Of Drunen, althans in Nederland en/of België heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit hem, verdachte en of één of meer andere personen welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
- gekwalificeerde diefstal (artikel 311 Wetboek van Strafrecht) en/of
- opzetheling (artikel 416 Wetboek van Strafrecht) en/of
- valsheid in geschrift (artikel 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht) en/of
- het telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of aanwezig hebben van middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid (artikel 3 onder B en C Opiumwet).
11.
ZD24
hij op of omstreeks 7 juni 2016 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen in een woning (op het adres [adres] ) opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van ongeveer 11,5 kilogram hennep en/of 310 gram hasjiesj, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep en/of hasjiesj, zijnde hennep en/of hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, met uitzondering van:
  • de beslissingen ten aanzien van het onder 1 primair en 1 subsidiair tenlastegelegde;
  • de in eerste aanleg opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden met aftrek van voorarrest en;
  • de (ten behoeve van de in het vonnis genoemde slachtoffers) toegepaste vervangende hechtenis bij de opgelegde schadevergoedingsmaatregelen
– in zoverre zal het vonnis worden vernietigd –
en met dien verstande dat het hof:
  • de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep ten aanzien van het onder 2, 3 primair, 4 primair, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 tenlastegelegde als bewijsmiddel opneemt;
  • de bewijsoverweging van de rechtbank onder het kopje “conclusie ten aanzien van de criminele organisatie met betrekking tot de handel in gestolen auto’s en deelname daaraan van verdachte” vervangt door een eigen overweging;
  • rekening houdt met hetgeen bepaald in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht;
  • bepaalt dat ten aanzien van de schadevergoedingsmaatregelen ten behoeve van de in het vonnis genoemde slachtoffers met toepassing van artikel 6:4:20 van het Wetboek van Strafvordering in plaats van de vervangende hechtenis telkens gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast.

Vrijspraak (feit 1)

Met de rechtbank is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen de verdachte onder 1 primair is ten laste gelegd, zodat hij hiervan moet worden vrijgesproken.
Anders dan de rechtbank acht het hof het onder 1 subsidiair ten laste gelegde evenmin bewezen. Het dossier bevat weliswaar belastende feiten en omstandigheden die wijzen in de richting van enige betrokkenheid van de verdachte bij opzetheling, maar deze feiten en omstandigheden zijn naar het oordeel van het hof onvoldoende concreet en specifiek om wettig en overtuigend bewezen te achten dat de verdachte de gestolen auto op de ten laste gelegde datum al dan niet samen met anderen voorhanden heeft gehad in de tenlastegelegde, strafrechtelijk relevante context van het (mede)plegen van opzetheling, zodat de verdachte tevens dient te worden vrijgesproken van hetgeen hem onder 1 subsidiair is ten laste gelegd.
Vervangende bewijsoverweging (feit 10: Conclusie ten aanzien van de criminele organisatie met betrekking tot de handel in gestolen auto’s en deelname daaraan van verdachte”)
Evenals de rechtbank is het hof van oordeel dat sprake is geweest van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband tussen de verdachte, en diens broers [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Het hof baseert dit oordeel niet alleen op de aard en omvang van de bewezen verklaarde feiten, maar ook op de mate waarin en de wijze waarop deze verdachten ten aanzien van de verschillende feiten hebben samengewerkt. Hierbij heeft de aard, intensiteit en (versluierde) inhoud van de onderlinge telecommunicatie een aanzienlijke rol gespeeld. Het hof acht daarmee het bestaan van de criminele organisatie bewezen.
De criminele organisatie heeft naar het oordeel van het hof als hoofddoel gehad de verkoop van gestolen auto’s, met het oog op eigen financieel gewin. Om dit doel te bereiken zijn door deelnemers van de organisatie niet alleen voertuigen met behulp van valse sleutels gestolen, maar zijn ook de documenten en kentekenplaten van deze voertuigen vervalst en zijn er auto’s omgekat. De nevendoelen van de organisatie betreffen aldus misdrijven zoals (gekwalificeerde) diefstal, opzetheling en valsheid in geschrifte. Het hof acht dan ook het oogmerk van de organisatie tot het plegen van voornoemde misdrijven bewezen.
Het hof is voorts van oordeel dat de verdachte welbewust aan deze organisatie heeft deelgenomen. De verdachte heeft een belangrijke en actieve rol in de organisatie gehad, door het uitlezen van autosloten, het vervaardigen van valse sleutels en het daarmee openen van de te stelen auto’s. De verdachte heeft deze rol binnen de criminele organisatie in hoger beroep ook toegegeven.

Oplegging van straf

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 subsidiair, 2, 3 primair, 4 primair, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor dezelfde feiten als in eerste aanleg, dus voor het onder 1 subsidiair, 2, 3 primair, 4 primair, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 tenlastegelegde, zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden met aftrek van voorarrest, waarbij reeds rekening is gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die zich structureel en georganiseerd bezighield met het stelen van auto’s, waarna deze werden omgekat en verkocht. Binnen deze context heeft de verdachte zich in een periode van tien maanden schuldig gemaakt aan zes autodiefstallen in vereniging, medeplichtigheid aan een autodiefstal en het voorhanden hebben van twee valse kentekenplaten. De criminele organisatie ging geraffineerd en georganiseerd te werk. De sloten van de auto’s werden eerst uitgelezen en op basis van deze informatie konden sleutels worden nagemaakt. Met behulp van de nagemaakte sleutels konden de auto’s snel en eenvoudig worden weggenomen, waarna de auto’s werden omgekat en verkocht. De verdachte is degene die met name betrokken was bij het namaken van autosleutels. Hij heeft daarbij nauw samengewerkt met diverse medeverdachten en met hen veelvuldig overleg gepleegd. Verdachte heeft door zijn handelen bijgedragen aan het verwezenlijken van de misdrijven en heeft daarmee een belangrijke en actieve rol vervuld binnen de criminele organisatie. Hij heeft er aldus toe bijgedragen dat de organisatie als geheel kon blijven voortbestaan en de beoogde misdrijven kon blijven plegen. Het georganiseerde verband waarin de verdachte heeft geopereerd, heeft als zodanig een entiteit gevormd die ontregelend is geweest voor het maatschappelijk en economisch leven. Gedupeerden is schade berokkend en veel overlast bezorgd. Daarnaast trekken misdrijven als deze niet zelden ook op autoverzekeringen een financiële wissel. Ook in zoverre heeft dit soort criminaliteit maatschappelijke impact. De verdachte heeft geen enkel respect getoond voor de eigendommen van anderen en heeft uit puur winstbejag gehandeld.
Voorts heeft de verdachte een grote hoeveelheid softdrugs voorhanden gehad, te weten 11,5 kilogram hennep en 310 gram hasjiesj. Drugs vormen niet alleen een ernstig gevaar voor de volksgezondheid, maar zij leiden daarnaast ook tot allerlei vormen van criminaliteit, overlast en andere maatschappelijke problemen. Het hof rekent ook dit misdrijf de verdachte aan.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 23 april 2021 is hij eerder ter zake van soortgelijke misdrijven onherroepelijk veroordeeld. In 2011 is de verdachte voor (onder meer) deelname aan een criminele organisatie en voor meerdere soortgelijke misdrijven veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden.
Dat de verdachte zich vervolgens wederom aan vergelijkbare misdrijven heeft schuldig gemaakt rekent het hof hem zwaar aan.
Met de op te leggen straf beoogt het hof allereerst tot uitdrukking te brengen de ernst van de feiten zoals die uit hetgeen hiervoor is overwogen blijkt. Daarbij betrekt het hof de brutaliteit en het raffinement waarmee de verdachte met de anderen te werk ging. Daarnaast dient de straf in het algemeen een signaal te zijn dat het stelen van auto’s en het participeren in een organisatie als de onderhavige tot een stevige reactie van de strafrechter leidt.
Het hof houdt echter, in het voordeel van de verdachte, ook rekening met het bepaalde in het artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht en de verantwoordelijkheid die de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep voor zijn rol in het geheel heeft genomen.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest in deze zaak in beginsel passend en geboden.
In hetgeen door de raadsman is aangevoerd bestaat, met name gelet op de ernst van de feiten en gelet op de recidive in beginsel geen grond om een lagere straf op te leggen.
Het hof stelt echter vast dat in hoger beroep de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens fors is overschreden. Immers, het hoger beroep is op 22 december 2017 namens de verdachte ingesteld, terwijl het hof op 21 mei 2021 arrest wijst. In deze zaak was uitspraak in hoger beroep binnen 24 maanden na instellen van het rechtsmiddel redelijk geweest. De verdachte heeft in de fase van het hoger beroep niet meer in het kader van deze strafzaak in voorlopige hechtenis verbleven. Dat betekent dat de redelijke termijn in hoger beroep met 1 jaar en 5 maanden is overschreden. Het hof zal daarom de in beginsel passend te achten gevangenisstraf matigen tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van voorarrest.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis ten aanzien van:
  • de beslissingen op het onder 1 primair en 1 subsidiair tenlastegelegde;
  • de in eerste aanleg opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden met aftrek van voorarrest en;
- de (ten behoeve van de in het vonnis genoemde slachtoffers) toegepaste vervangende hechtenis bij de opgelegde schadevergoedingsmaatregelen
en doet in zoverre opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 1 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 5 (vijf) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, dus inclusief alle beslissingen in het vonnis op de in beslag genomen voorwerpen, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. F.M.D. Aardema, mr. H.A.G. Nijman en mr. B.A.A. Postma, in tegenwoordigheid van mr. A. Ivanov, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 mei 2021.
mr. F.M.D. Aardema en mr. B.A.A. Postma zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]