ECLI:NL:GHAMS:2021:1278
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huur bedrijfsruimte: geschil over staat van oplevering bij einde huurovereenkomst
In deze zaak gaat het om een geschil tussen [appellant sub 1] en [geïntimeerde] over de staat van de bedrijfsruimte bij het einde van de huurovereenkomst. De huurovereenkomst, die op 1 juli 2013 werd ondertekend, liep tot 1 juni 2017. [geïntimeerde] heeft de overeenkomst opgezegd en [appellant sub 1] heeft gesteld dat de ruimte niet in goede staat is opgeleverd. De kantonrechter heeft in eerdere vonnissen geoordeeld dat [appellant sub 1] niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de staat van het gehuurde bij oplevering slechter was dan bij aanvang van de huur. Dit oordeel is door het hof bevestigd. Het hof heeft vastgesteld dat de kantonrechter de feiten correct heeft vastgesteld en dat [appellant sub 1] niet heeft aangetoond dat er sprake was van schade of gebreken die aan [geïntimeerde] kunnen worden toegerekend. Het hof heeft de grieven van [appellant sub 1] verworpen en de eerdere vonnissen bekrachtigd. [appellant sub 1] is veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.