ECLI:NL:GHAMS:2021:1113

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 april 2021
Publicatiedatum
21 april 2021
Zaaknummer
23-004461-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelarrest inzake vervangende hechtenis bij omzetting vordering tenuitvoerlegging

Op 21 april 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam een herstelarrest gewezen in de zaak met parketnummer 23-004461-18. Dit arrest betreft een herstel van een eerder arrest dat op 20 april 2021 was gewezen in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 3 december 2018. In deze zaak was er een fout opgetreden in het dictum met betrekking tot de vordering tenuitvoerlegging. De vervangende hechtenis was abusievelijk vastgesteld op 80 dagen, terwijl deze correct op 2 maanden had moeten worden bepaald. Het hof oordeelde dat deze fout, gezien de mogelijke gevolgen voor de executie, hersteld diende te worden. Het dictum van het eerdere arrest werd aangepast, maar voor het overige bleef het in stand. De beslissing van het hof omvatte een taakstraf van 160 uren en een gevangenisstraf van 2 maanden, die voorwaardelijk was opgelegd bij een eerder vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof op 21 april 2021, waarbij de voorzitter en de jongste raadsheer niet in staat waren om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

parketnummer: 23-004461-18
Arrest van het gerechtshof Amsterdam van 21 april 2021 tot herstel van het arrest gewezen op 20 april 2021 op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 3 december 2018 in de strafzaak onder parketnummers 13-997108-15 en 09-818115-15 (TUL) tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
ter terechtzitting in hoger beroep opgegeven postadres: [adres] .

Fout in dictum inzake vordering tenuitvoerlegging

Door een fout is in voormeld arrest abusievelijk in het dictum bij de vordering tenuitvoerlegging de vervangende hechtenis bepaald op 80 (tachtig) dagen. De vervangende hechtenis moet bepaald worden op 2 (twee) maanden.
Het hof is van oordeel dat, gelet op de mogelijke gevolgen van deze misslag voor de executie, zijn eerder gedane uitspraak hersteld dient te worden door verbetering van het dictum voor zover betrekking hebbend op de duur van de vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. Voor het overige blijft het dictum van 20 april 2021 in stand.

Beslissing

Het hof:
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 28 augustus 2015 met parketnummer 09-818115-15, te weten een gevangenisstraf van twee maanden met dien verstande dat deze wordt omgezet in een
taakstrafvoor de duur van
160 (honderdzestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
2 (twee) maanden hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Iedema, mr. M.J.A. Plaisier en mr. C. Fetter, in tegenwoordigheid van
mr. R.L. Vermeulen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
21 april 2021.
De voorzitter en de jongste raadsheer zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.