Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[X]
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
De minimaal verschuldigde courtage bedraagt € 2.500,- exclusief BTW. (…)
Courtage”onder meer:
16. De opdrachtgever is eveneens courtage verschuldigd indien de overeenkomst weliswaar tot stand komt na het einde van de opdracht maar (…) deze totstandkoming verband houdt met dienstverlening van de makelaar-taxateur aan de opdrachtgever gedurende de looptijd van de opdracht. Dit verband wordt behoudens tegenbewijs verondersteld aanwezig te zijn indien de overeenkomst tot stand komt binnen drie maanden na het einde van de opdracht.”
Omdat Hestia in november naar Ziekenhuis Amstelland verhuist, willen zij de mogelijkheden alvast met (aanstaande) ouders delen. Het nieuwe gebouw, de mogelijkheden van het kinderdagverblijf en de nieuwe BSO komen aan bod.”
Amstelveen Dichtbij”.
3.Beoordeling
Courtage”van de Algemene Voorwaarden Bedrijfsmatig Vastgoed van VastgoedPro meebrengt (zie hierboven onder 2.3). Beoordeeld dient te worden of de totstandkoming van de huurovereenkomst verband houdt met dienstverlening van [X] aan Hestia gedurende de looptijd van de opdracht.
grief 2 in incidenteel appelte bespreken. Deze grief keert zich tegen rechtsoverweging 2.3 van het bestreden eindvonnis waarin de kantonrechter heeft overwogen dat [X] geen aanspraak kan maken op de door hem gevorderde courtage van € 9.605,00 omdat hij zijn stelling dat de overeenkomst tussen Hestia en het ziekenhuis door zijn bemiddeling tot stand is gekomen onvoldoende met concrete feiten heeft onderbouwd.
Courtage” van de Algemene Voorwaarden Bedrijfsmatig Vastgoed van VastgoedPro genoemde termijn van drie maanden nadat de opdracht door Hestia is ingetrokken, rust op [X] de stelplicht en de bewijslast dat het aangaan van de huurovereenkomst verband houdt met zijn dienstverlening aan Hestia gedurende de looptijd van de opdracht. Hij heeft daarbij terecht aan de orde gesteld dat de rechtbank in de aangehaalde rechtsoverweging ten onrechte heeft overwogen dat die huurovereenkomst door zijn bemiddeling tot stand moet zijn gekomen. Dat staat niet in artikel 16 van het kopje “
Courtage” van de betreffende algemene voorwaarden. Hestia heeft weliswaar gesteld dat de in dat artikel gebruikte bewoordingen “
verband houden met” gelijk gesteld moeten worden met de woorden “
door bemiddeling van”, maar het hof ziet in die verder niet toegelichte stelling geen aanknopingspunt om aan te sluiten bij deze strengere eis.
grieven 2, 3, 4 en 5 in principaal appelen de
grieven 1 en 3 in incidenteel appelgeen nadere bespreking omdat daarbij geen belang bestaat. Met betrekking tot
grief 1 in principaal appeloverweegt het hof het volgende. Hierin heeft Hestia zich op het standpunt gesteld dat zij slechts een bedrag van € 750,- verschuldigd is bij intrekking van de opdracht. Het hof constateert dat partijen van mening verschillen over de uitleg van deze bepaling in de overeenkomst van opdracht. Wat daarvan ook zij: gelet op de voorgaande overwegingen doet zich hier de situatie voor dat niet alleen de opdracht is ingetrokken, maar dat er tevens nadien een huurovereenkomst is gesloten, waardoor de betreffende courtagebepalingen van de Algemene Voorwaarden Bedrijfsmatig Vastgoed van VastgoedPro van toepassing zijn, zoals hierboven is overwogen. De grief is daarmee verworpen.
grief 6 in principaal appel. Hestia heeft hierin betoogd dat de kantonrechter ten onrechte in het herstelvonnis heeft beslist dat Hestia de gevorderde hoofdsom moet betalen, te vermeerderen met btw en dit totaalbedrag te vermeerderen met wettelijke handelsrente. Volgens Hestia is dit onjuist en had de kantonrechter moeten oordelen dat de handelsrente slechts verschuldigd is over de hoofdsom en niet over de btw omdat de btw moet worden afgedragen aan de Belastingdienst. [X] heeft hierover geen renteverlies geleden, aldus Hestia.