ECLI:NL:GHAMS:2020:4128

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 oktober 2020
Publicatiedatum
23 maart 2023
Zaaknummer
23-000023-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens niet handhaven bezwaren tegen vonnis

Dit arrest van het Gerechtshof Amsterdam betreft een hoger beroep ingesteld door de verdachte tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, gedateerd 19 december 2019. De zaak is geregistreerd onder de parketnummers 15-206014-19 en 13-650704-16. De verdachte, geboren in 1998 en thans gedetineerd, heeft op 11 februari 2020 hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 23 oktober 2020 heeft de advocaat-generaal gevorderd de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep. De verdachte heeft op 22 oktober 2020 via e-mail laten weten dat hij zijn bezwaren tegen het vonnis niet wenst te handhaven. Dit werd bevestigd tijdens de zitting, waar de verdachte en zijn raadsvrouw verklaarden dat er geen rechtens te respecteren belang meer is dat een nader onderzoek rechtvaardigt.

Gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het Gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 oktober 2020. De rechter mr. C.N. Dalebout was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000023-20
datum uitspraak: 23 oktober 2020
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 19 december 2019 in de strafzaak onder de parketnummers 15-206014-19 en 13-650704-16 (tul) tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
23 oktober 2020.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. De advocaat-generaal heeft gevorderd de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het onderzoek in deze zaak is aangevangen op 11 februari 2020.
Blijkens de e-mail van de raadsvrouw van 22 oktober 2020 en de mededeling van de verdachte en zijn raadsvrouw ter terechtzitting van heden, wenst de verdachte het hoger beroep niet te handhaven. Hij heeft de eerder tegen het vonnis levende bezwaren niet gehandhaafd. De verdachte wordt daarom, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gehoord de advocaat-generaal en gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N. van der Wijngaart, mr. C.N. Dalebout en mr. M. Lolkema, in tegenwoordigheid van
mr. M.A.T. van Willigen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 23 oktober 2020.
Mr. C.N. Dalebout is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen