ECLI:NL:GHAMS:2020:4033

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 juli 2020
Publicatiedatum
3 januari 2022
Zaaknummer
23-001436-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijspraak voor het doen uitvoeren van DDoS-aanvallen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder vrijgesproken van het tenlastegelegde, namelijk het opzettelijk en wederrechtelijk belemmeren van de toegang tot en/of het gebruik van een geautomatiseerd werk door middel van Distributed Denial of Service (DDoS) aanvallen. Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld, waarna het hof de zaak opnieuw heeft beoordeeld.

De tenlastelegging betrof DDoS-aanvallen die plaatsvonden tussen 23 en 25 oktober 2017, waarbij de verdachte gegevens heeft aangeboden aan een website, waardoor de toegang tot deze website werd belemmerd. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte inderdaad het tenlastegelegde heeft begaan en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd.

Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere DDoS-aanvallen uit boosheid over een aankoop. Ondanks de ernst van de feiten, heeft het hof besloten om een voorwaardelijke taakstraf op te leggen, omdat de verdachte blijk heeft gegeven van inzicht in zijn handelen en sindsdien geen strafbare feiten meer heeft gepleegd. Daarnaast is een computer, die in beslag was genomen en gebruikt was voor de DDoS-aanvallen, onttrokken aan het verkeer.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001436-19
datum uitspraak: 22 juli 2020
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 28 maart 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-147267-18 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1989,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 8 juli 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis, waarbij de verdachte van het tenlastegelegde is vrijgesproken.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte tenlastegelegd dat:
primair
hij in of omstreeks de periode van 23 oktober 2017 tot en met 25 oktober 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk de toegang tot en/of het gebruik van een geautomatiseerd werk heeft belemmerd, door daaraan gegevens aan te bieden en/of toe te zenden, immers heeft verdachte door middel van de site "[website 1]" gegevens aangeboden en/of toegezonden naar de website "[website 2]" waardoor de toegang tot en/of het gebruik van dit geautomatiseerde werk werd(en) belemmerd;
subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 23 oktober 2017 tot en met 25 oktober 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk heeft gepoogd de toegang tot en/of het gebruik van een geautomatiseerd werk te belemmeren, door daaraan gegevens aan te bieden en/of toe te zenden, immers heeft verdachte door middel van de site "[website 1]" gegevens aangeboden en/of toegezonden naar de website “[website 2]", terwijl de uitvoering van dit voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof met betrekking tot de bewijsvraag tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het
primairtenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 23 oktober 2017 tot en met 25 oktober 2017 in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk de toegang tot en/of het gebruik van een geautomatiseerd werk heeft belemmerd, door daaraan gegevens toe te zenden, immers heeft verdachte door middel van de site "[website 1]" gegevens toegezonden naar de website "[website 2]" waardoor de toegang tot en/of het gebruik van dit geautomatiseerde werk werd(en) belemmerd.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

Bewijsvoering

De overtuiging dat de verdachte het primair bewezenverklaarde heeft begaan grondt het hof op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Het arrest zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit arrest te voegen bijlage waarin de inhoud van de bewijsmiddelen en - mede in reactie op de gevoerde en verworpen bewijsverweren - bewijsoverwegingen zijn vervat.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk de toegang tot en/of het gebruik van een geautomatiseerd werk belemmeren door daaraan gegevens toe te zenden.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf en maatregel

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 40 uren subsidiair 20 dagen hechtenis, waarvan 20 uren subsidiair 10 dagen hechtenis, voorwaardelijk en met een proeftijd van 2 jaren. Verder heeft hij gevorderd dat een inbeslaggenomen computer wordt onttrokken aan het verkeer.
De raadsman heeft het hof in geval van een bewezenverklaring verzocht aan de verdachte een geheel voorwaardelijke taakstraf op te leggen voor de duur van 40 uren met een proeftijd van 1 jaar. Voorts heeft hij het hof gevraagd de inbeslaggenomen computer aan de verdachte te retourneren.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het doen uitvoeren van 16 Distributed Denial of Service aanvallen, oftewel DDoS-aanvallen, gericht tegen de website “[website 2]”. Bij dergelijke aanvallen wordt met behulp van zogenaamde bots vanaf computers van derden, een dusdanige hoeveelheid aanvragen bij de betreffende website gedaan dat deze website niet meer of slechts met een aanzienlijke vertraging te bereiken is. De verdachte is tot zijn daden gekomen uit boosheid over een aankoop op die website. Met deze vorm van eigenrichting heeft verdachte de toegang tot het internet van willekeurige andere mensen belemmerd en het bedrijf achter de website schade berokkend. Hij is er daarbij verder aan voorbij gegaan dat het maatschappelijke belang van een goed functioneren van het internet en daarmee samenhangende toepassingen groot is. Normaliter zou oplegging van een forse onvoorwaardelijke taakstraf dan ook zeer op zijn plaats zijn geweest.
In strafmatigende zin houdt het hof er echter rekening mee dat de verdachte (i) er op de terechtzitting in hoger beroep blijk van heeft gegeven inmiddels inzicht te hebben verkregen in het laakbare van zijn handelen en het om een eenmalige misstap lijkt te zijn gegaan, (ii) zijn leven verder goed op de rit heeft en (iii) na het bewezenverklaarde geen strafbare feiten meer heeft begaan die ter kennis van justitie zijn gekomen.
Het hof acht, alles afwegende, een geheel voorwaardelijke taakstraf als door de raadsman voorgesteld passend en geboden. Daaraan zal een relatief korte proeftijd worden gekoppeld.
Het bewezenverklaarde is begaan met behulp van een in beslag genomen en nog niet teruggegeven computer. Op deze computer staat DDoS-simulatie software (p. 53). Om die reden is het ongecontroleerde bezit van de computer in strijd met het algemeen belang en is het apparaat dus vatbaar voor onttrekking aan het verkeer (vgl. HR 4 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2244). Hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht geeft het hof geen aanleiding om tot een andere beslissing te komen. Het hof heeft echter wel nota genomen van de toezegging van de advocaat-generaal om, alvorens tot executie van dit arrest over te gaan, te bezien of het tot de mogelijkheden behoord om de verdachte een kopie te verstrekken van door hem (concreet) te benoemen bedrijfsinformatie (zoals administratie) of persoonlijke informatie (zoals foto’s).

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c en 138b van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 dagen hechtenis.
Bepaalt dat de taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
1 (één) jaaraan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een computer (5570476).
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een gsm (5570489).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.W.P. van Heusden, mr. N. van der Wijngaart en mr. J.J.I. de Jong, in tegenwoordigheid van mr. S. Bonset, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 22 juli 2020.
mr. S. Bonset is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.