In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte is veroordeeld voor diefstal, gepleegd op 17 juli 2017, waarbij zij samen met anderen winkelgoederen heeft weggenomen van een winkelbedrijf. De verdachte had eerder een kastje gekocht dat beschadigd bleek te zijn en voelde zich bestolen toen zij geen vervangend exemplaar kon krijgen. Dit leidde tot de diefstal van andere goederen ter waarde van € 295,00. Het hof heeft de eerdere veroordeling van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw beoordeeld. De verdachte heeft een moeilijke persoonlijke situatie, waaronder de zorg voor een kind met een dwarslaesie, wat haar keuzes beïnvloedt. Het hof heeft de straf bepaald op een gevangenisstraf van drie dagen, gelijk aan het voorarrest, en heeft de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke straffen afgewezen, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft de zaak grondig onderzocht en de beslissing genomen op basis van de feiten en omstandigheden die zijn gepresenteerd tijdens de zittingen.