ECLI:NL:GHAMS:2020:4024

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 november 2020
Publicatiedatum
26 november 2021
Zaaknummer
23-004445-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 november 2018. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis, maar er is geen schriftuur met grieven ingediend. De raadsvrouw van de verdachte heeft het hof per e-mail op 17 november 2020 en telefonisch op 24 november 2020 laten weten dat zij voornemens was het hoger beroep in te trekken. Het hof heeft deze mededeling opgevat als een bevestiging dat de verdachte geen grieven meer had tegen het vonnis van de rechtbank.

Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou pleiten voor een verder onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden, en is uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting.

De uitspraak benadrukt het belang van het indienen van grieven in hoger beroep en de gevolgen van het niet indienen daarvan. Het hof heeft de verdachte, die geboren is in 1981, niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, wat betekent dat de eerdere uitspraak van de rechtbank in stand blijft.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004445-18
datum uitspraak: 25 november 2020
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 november 2018 in de strafzaak onder parketnummer 13-698209-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1981,
adres: [adres].
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
25 november 2020.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, inhoudende dat
de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep.

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. De raadsvrouw van de verdachte heeft het hof per e-mailbericht van 17 november 2020 en telefonisch op 24 november 2020 laten weten voornemens te zijn het hoger beroep in te trekken. Het hof zal de aankondiging van de raadsvrouw opvatten als een mededeling dat de verdachte geen grieven (meer) tegen het vonnis heeft. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak.
Het hof zal om die reden de verdachte niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep,
gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Lolkema, mr. A.D.R.M. Boumans en mr. S. Clement, in tegenwoordigheid van
mr. B.K.M. Pouw, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
25 november 2020.