ECLI:NL:GHAMS:2020:4023

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 november 2020
Publicatiedatum
26 november 2021
Zaaknummer
23-002575-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de oproeping in hoger beroep wegens onjuiste uitreiking aan de verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 17 april 2019, maar de oproeping voor de terechtzitting in hoger beroep was niet op de juiste wijze aan de verdachte uitgereikt. De oproeping was aangeboden bij de Penitentiaire Inrichting Ter Apel, waar deze werd geweigerd. De verdachte was op dat moment gedetineerd en de betekening van de oproeping diende in persoon te geschieden. Het hof heeft vastgesteld dat de oproeping niet op de bij de wet voorgeschreven wijze is uitgereikt, waardoor de verdachte niet ter terechtzitting kon verschijnen. Gezien deze omstandigheden heeft het hof de oproeping in hoger beroep nietig verklaard. De beslissing van het hof benadrukt het belang van een correcte procedurele afhandeling in strafzaken, vooral met betrekking tot de rechten van de verdachte.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002575-19
datum uitspraak: 25 november 2020
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van
de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 17 april 2019 in de strafzaak onder parketnummer
13-081743-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1975,
adres: thans zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
25 november 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het
Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Geldigheid van de oproeping in hoger beroep

Uit de door de advocaat-generaal ter terechtzitting in hoger beroep aan het hof overhandigde akte
van uitreiking is gebleken dat de oproeping van de verdachte voor de terechtzitting van heden op
8 oktober 2020 is aangeboden bij de Penitentiaire Inrichting Ter Apel. Daar heeft men geweigerd
het stuk in ontvangst te nemen. De verdachte was ten tijde van het aanbieden van de oproeping in voornoemde inrichting gedetineerd. De betekening van de oproeping diende derhalve in persoon te geschieden.
Uit het voren overwogene volgt dat de oproeping in hoger beroep op de terechtzitting te verschijnen
niet op de bij de wet voorgeschreven wijze aan de verdachte is uitgereikt. De oproeping dient op grond daarvan – nu de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen – nietig te worden verklaard.

Beslissing

Het hof:
Verklaart de oproeping in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin
zitting hadden mr. M. Lolkema, mr. A.D.R.M. Boumans en mr. S. Clement, in tegenwoordigheid van
mr. B.K.M. Pouw, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
25 november 2020.