In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1965, was eerder veroordeeld voor het vernielen van fietsen van drie 17-jarige jongens. Dit gebeurde nadat de jongens vuurwerk hadden afgestoken in de buurt van de verdachte en zijn hondje, wat de verdachte tot zijn daad heeft aangezet. De politierechter had de verdachte op 8 juni 2018 veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, waarvan 20 uren voorwaardelijk. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal een voorwaardelijke taakstraf van 40 uren geëist. Het hof heeft de eerdere veroordeling bevestigd, maar de strafoplegging aangepast. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan vernieling en dat zijn gedrag jegens de fietsen van de jongens agressief was. Het hof heeft rekening gehouden met de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de eerdere veroordelingen van de verdachte, die meer dan 10 jaar geleden waren. Uiteindelijk heeft het hof de taakstraf vastgesteld op 40 uren, met een voorwaardelijke proeftijd van twee jaren. De schadevergoedingsmaatregel werd niet noodzakelijk geacht. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, behalve ten aanzien van de strafoplegging, die is vernietigd.