ECLI:NL:GHAMS:2020:3986
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van veroordeling inbraak met bespreking van alternatief scenario in hoger beroep
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 augustus 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 6 september 2018. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen de veroordeling voor inbraak. Tijdens de zitting in hoger beroep op 24 juli 2020 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het vonnis van de rechtbank zou worden bevestigd. De verdachte heeft in hoger beroep een alternatief scenario gepresenteerd, waarin hij stelt dat zijn auto bij de inbraak betrokken was, maar dat hij zelf niet bij de inbraak aanwezig was. Hij beweert dat hij zijn auto had uitgeleend aan een vriend, die de auto zou hebben gebruikt tijdens de inbraak.
Het hof heeft de verklaringen van de verdachte en zijn vriend kritisch beoordeeld. De verdachte had eerder wisselend verklaard over zijn aanwezigheid en handelingen op de avond van de inbraak. De vriend van de verdachte ontkende dat hij de auto had geleend. Het hof oordeelde dat het alternatieve scenario niet aannemelijk was en bevestigde het vonnis van de rechtbank, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.