ECLI:NL:GHAMS:2020:3985

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 augustus 2020
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
23-001164-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake winkeldiefstal en heling

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 augustus 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1985, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 11 maart 2019, waarin hij was veroordeeld voor winkeldiefstal en heling. De tenlastelegging betrof onder andere de diefstal van een JBL Xtreme speaker op 14 februari 2019 en de verwerving van een gestolen fiets op 27 februari 2019. Het hof heeft de zaak met parketnummer 13-048202-19, betreffende de fiets, vrijgesproken, omdat niet bewezen kon worden dat de verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze van diefstal afkomstig was. Voor de zaak met parketnummer 13-037368-19 heeft het hof echter vastgesteld dat de verdachte de speaker had weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één week. De verdachte had persoonlijke omstandigheden aangevoerd, waaronder een verslaving en een zwaar leven op straat, maar het hof oordeelde dat deze omstandigheden geen aanleiding gaven om van straf af te zien. De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-001164-19
Datum uitspraak: 7 augustus 2020
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 11 maart 2019 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-037368-19 en 13-048202-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1985,
adres: [adres]).

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
24 juli 2020.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlasteleggingen

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 13-037368-19:
hij op of omstreeks 14 februari 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een JBL Xtreme speaker, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [winkel], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Zaak met parketnummer 13-048202-19 (gevoegd):
hij op of omstreeks 27 februari 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een goed te weten een (dames) fiets (merk Swapfiets; roodkleurig, framenummer [nummer]) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Vrijspraak zaak met parketnummer 13-048202-19

Met de verdediging is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen de verdachte in de zaak met parketnummer 13-048202-19 is tenlastegelegd, omdat uit de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep niet kan worden afgeleid dat de verdachte ten tijde van het verkrijgen van de fiets wist, of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze van diefstal afkomstig was. De verdachte wordt daarom vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer
13-037368-19 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 14 februari 2019 te Amsterdam een JBL Xtreme speaker, die toebehoorde aan [winkel], heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Hetgeen in de zaak met parketnummer 13-037368-19 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

De bewijsmiddelen

Het hof volstaat met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft daarbij gelet op de inhoud van de bekennende verklaring van de verdachte alsmede op de procespositie van de verdediging in hoger beroep.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer PL1300-2019032259-5 van 14 februari 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] [doorgenummerde pagina’s 8-11 van het proces-verbaal van politie].
Een aangifteformulier winkeldiefstal van 14 februari 2018 (het hof begrijpt 2019) betreffende de onderneming [winkel], gevestigd te Amsterdam [doorgenummerde pagina’s 3-7 van het proces-verbaal van politie].

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het in de zaak met parketnummer 13-037368-19 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het in de zaak met parketnummer 13-037368-19 bewezen verklaarde levert op:
diefstal.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 13-037368-19 bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder parketnummer 13-037368-19 en parketnummer 13-048202-19 bewezenverklaarde veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 500,00 subsidiair 10 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof een gelijke straf als in eerste aanleg zal opleggen.
De raadsvrouw van de verdachte heeft aangevoerd dat de verdachte ten tijde van het plegen van het hier aan de orde zijnde feit verslaafd was aan heroïne en aan methadon en leed aan TBC. Hij leefde in Nederland op straat en had een zwaar bestaan waarbij hij zich af en toe genoodzaakt zag eten en kleding te stelen. De verdachte heeft door de coronacrisis bijna twee maanden in vreemdelingendetentie doorgebracht voordat hij kon worden uitgezet naar [geboorteland]. De verdachte woont nu in [geboorteland], kan werken bij zijn broer en is in detentie afgekickt van de drugs. Gelet op de stijgende lijn in het leven van de verdachte en de twee maanden die hij al in detentie heeft doorgebracht, is het primaire verzoek van de raadsvrouw om geen straf of maatregel op te leggen. Subsidiair verzoekt zij de oplegging van een geheel voorwaardelijke geldboete omdat hij niet beschikt over financiële middelen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft een goed gestolen bij de [winkel] ter waarde van € 297,98. Aldus heeft de verdachte er blijk van gegeven zich niets gelegen te laten liggen aan het eigendomsrecht van anderen. Winkeldiefstal is een misdrijf dat niet alleen overlast oplevert voor (medewerkers van) het betrokken winkelbedrijf, maar ook zijn met het treffen van maatregelen ter voorkoming van winkeldiefstallen aanzienlijke kosten gemoeid. Indien de verdachte gebrek aan eten of kleren had, had hij zich tot een hulpverleningsinstantie kunnen wenden, die hem had kunnen helpen tijdig terug te keren naar [geboorteland] om daar aan zijn verslaving te gaan werken.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 13 juli 2020 is hij vóór dit feit niet eerder strafrechtelijk veroordeeld voor winkeldiefstal. Wel zijn er twee veroordelingen gevolgd op het plegen van het onderhavige feit. Het hof heeft verder gezien dat er nog de nodige openstaande zaken betreffende winkeldiefstal op de justitiële documentatie zijn vermeld.
Voorts heeft het hof rekening gehouden met de zaak met parketnummer 23-001771-19, die tegelijkertijd maar niet gevoegd met de onderhavige zaak is behandeld en waarin de verdachte bij arrest van heden eveneens wordt veroordeeld voor winkeldiefstal, gepleegd op 10 april 2019 en dus na dit feit.
Van een stijgende lijn in het leven van de verdachte in een maatschappelijk positieve richting is het hof gelet op het vorenstaande niet gebleken, integendeel. Het hof ziet daarom, zowel vanuit het oogpunt van vergelding als vanuit het oogpunt van speciale preventie, in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte geen aanleiding om af te zien van het opleggen van enige straf of maatregel zoals de verdediging heeft bepleit. Ook een geheel voorwaardelijke geldboete doet geen recht aan de ernst van het feit, bezien tegen de hiervoor geschetste achtergrond, waarbij het hof ten overvloede opmerkt dat een geldboete geen passende strafmodaliteit is, nu de verdachte tijdens zijn verblijf in Nederland in ieder geval niet over (legale) financiële middelen lijkt te hebben kunnen beschikken.
Het hof acht, alles afwegende en ondanks de vrijspraak voor het in de zaak met parketnummer 13/048202-19 ten laste gelegde, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 13-048202-19 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer
13-037368-19 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 13-037368-19 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) week.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.D.L. Nuis, mr. J.L. Bruinsma en mr. E. van Die, in tegenwoordigheid van
mr. J.M. van Riel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
7 augustus 2020.