Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
In hoger beroep gevoerd verweer
Oplegging van straffen
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 augustus 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte is beschuldigd van het witwassen van een geldbedrag van € 115.335,00. Het hof bevestigt het vonnis van de rechtbank, behalve ten aanzien van de bestraffing, waarbij het vonnis wordt vernietigd. De verdachte heeft in hoger beroep aangevoerd dat er geen bewijs is voor het bestanddeel 'van enig misdrijf afkomstig'. Het hof overweegt dat uit jurisprudentie van de Hoge Raad blijkt dat voor een bewezenverklaring van dit onderdeel niet vereist is dat er direct bewijs is voor de criminele herkomst van het geld. De rechtbank heeft vastgesteld dat er feiten en omstandigheden zijn die een vermoeden van witwassen rechtvaardigen, en dat de verdachte niet in staat is geweest een verifieerbare verklaring te geven over de herkomst van het geld. Het hof concludeert dat de verdachte het vermoeden van witwassen onvoldoende heeft weerlegd, en bevestigt de bewezenverklaring van het witwassen.
De rechtbank Noord-Holland had de verdachte in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden, met verbeurdverklaring van het in beslag genomen geldbedrag. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis bevestigt, inclusief de opgelegde straffen. Het hof heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen, evenals de persoon en draagkracht van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige witwaspraktijken, die de integriteit van het financieel en economisch bestel aantasten. Gezien de overschrijding van de redelijke termijn in eerste aanleg, heeft het hof de gevangenisstraf verlaagd naar acht maanden. Het hof heeft ook bepaald dat het in beslag genomen geldbedrag van € 115.335,00 verbeurd wordt verklaard, aangezien dit bedrag is verkregen uit het bewezen verklaarde feit.