ECLI:NL:GHAMS:2020:3929
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis economische politierechter inzake overtreding Wet personenvervoer
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 21 november 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in Egypte in 1970, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld voor het zonder vergunning verrichten van taxivervoer met een BMW op 7 juli 2015 in Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de eerste aanleg vernietigd, omdat het tot een andere beslissing kwam dan de economische politierechter. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, maar heeft geoordeeld dat er geen straf of maatregel opgelegd hoeft te worden. Dit besluit is genomen op basis van verschillende overwegingen, waaronder de omstandigheid dat de dienst UberPOP niet meer wordt aangeboden en de oudheid van het feit. De advocaat-generaal had gevorderd om de verdachte schuldig te verklaren zonder oplegging van straf of maatregel, en de raadsman had om een vergelijkbare afdoening verzocht. Het hof heeft deze verzoeken gehonoreerd en bepaald dat de verdachte niet strafbaar wordt gesteld, ondanks de bewezenverklaring van de overtreding van artikel 76 van de Wet personenvervoer 2000. Het hof heeft ook de eerder uitgevaardigde strafbeschikking vernietigd.