Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
20 (twintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 25 september 2019 was gewezen. De verdachte, geboren in Suriname in 1964, had hoger beroep ingesteld tegen de veroordeling voor schuldheling van een fiets. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, behalve ten aanzien van de opgelegde straf, die werd vernietigd. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, waarvan twee weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De advocaat-generaal had in hoger beroep een werkstraf van 40 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één week geëist.
Het hof heeft de straf aangepast op basis van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan. De verdachte had een dure fiets meegenomen die niet op slot stond, terwijl hij had kunnen vermoeden dat deze van misdrijf afkomstig was. Het hof heeft ook rekening gehouden met het uittreksel uit de Justitiële Documentatie, waaruit bleek dat de verdachte eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten, maar dat hij de laatste jaren minder in aanraking met justitie was gekomen. De verdachte toonde bereidheid om een taakstraf uit te voeren en het hof achtte het onwenselijk om hem een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, gezien zijn positieve ontwikkeling.
Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 20 uur en 10 dagen hechtenis, met de bevestiging van het vonnis voor het overige. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de oudste raadsheer niet in staat was het arrest te ondertekenen.