ECLI:NL:GHAMS:2020:3614
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontzegging van omgangsrecht aan grootmoeder in het belang van de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontzegging van het recht op omgang van de grootmoeder met haar kleinkind, [kind A]. De grootmoeder had in eerste aanleg verzocht om het recht op omgang met [kind A] te herstellen, nadat de rechtbank Amsterdam op 22 januari 2020 had besloten haar dit recht voor onbepaalde tijd te ontzeggen. De zaak is complex en draait om de vraag of omgang met de grootmoeder in het belang is van de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van [kind A]. Het hof heeft vastgesteld dat de grootmoeder een belangrijke rol in het leven van [kind A] heeft gespeeld, maar dat de omgang tussen hen ernstige nadelen voor het kind met zich meebrengt. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de omgangscontacten tussen de grootmoeder en [kind A] problematisch waren, met negatieve gevolgen voor het kind. De grootmoeder had zich niet kunnen aanpassen aan de situatie en de aanwezigheid van de vader tijdens de omgangscontacten leidde tot spanningen. Het hof heeft de eerdere beslissing van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van [kind A] voorop staat. De grootmoeder werd aangespoord om de strijd met de gecertificeerde instelling (GI) te staken en zich open te stellen voor begeleiding, zodat er ruimte kan ontstaan voor toekomstig contact met [kind A].