ECLI:NL:GHAMS:2020:3320

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 december 2020
Publicatiedatum
9 december 2020
Zaaknummer
200.285.395/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake tussenarrest met betrekking tot civiele rechtszaak

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat door de appellanten is ingesteld tegen een of meer vonnissen die eerder in de onderhavige civiele rechtszaak zijn gewezen. De appellanten, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. S.W. Hu LLM, hebben de geïntimeerde, [X] MAKELAARS B.V., gedagvaard om hun hoger beroep aan te spannen. De zaak is op de rol ingeschreven en de geïntimeerde is verschenen met hun advocaat mr. P.M. Leerink.

Het Gerechtshof Amsterdam heeft besloten om een mondelinge behandeling van de partijen te gelasten. Dit is bedoeld om inlichtingen te verkrijgen, een minnelijke regeling te beproeven en het verdere verloop van het hoger beroep te bespreken. Hierbij kunnen onderwerpen zoals mediation, bewijsvoering en rapportage door deskundigen aan de orde komen. Het hof heeft bepaald dat partijen in persoon of vertegenwoordigd door een bevoegde persoon moeten verschijnen voor de raadsheercommissaris, mr. F.J. Verbeek, in het Paleis van Justitie te Amsterdam.

De partijen zijn verplicht om binnen twee weken hun verhinderdagen op te geven en de appellanten moeten uiterlijk vier weken na de uitspraak een kopie van het volledige procesdossier indienen bij het hof. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan tot de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden. Dit arrest is gewezen op 1 december 2020 door de meervoudige burgerlijke kamer van het Gerechtshof Amsterdam en is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.285.395/01
zaaknummer rechtbank : 8228294/CV EXPL 19-26042
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 1 december 2020
inzake
[appellant sub 1] ,
wonende te [woonplaats] ,
[appellant sub 2] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellanten,
advocaat: mr. S.W. Hu LLM. te 's-Gravenhage,
tegen
[X] MAKELAARS B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. P.M. Leerink te Deventer.

1.Het geding in hoger beroep

Appellanten hebben bij exploot geïntimeerde aangezegd in hoger beroep te komen van een of meer tussen partijen in de onderhavige zaak gewezen vonnissen, met dagvaarding van geïntimeerde voor dit hof.
De zaak is op de rol ingeschreven en geïntimeerde is bij advocaat verschenen.

2.Beoordeling

Het hof ziet aanleiding om een mondelinge behandeling van partijen te gelasten. Het doel is het verkrijgen van inlichtingen, het beproeven van een minnelijke regeling en/of het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep, waarbij onder meer mediation, bewijsvoering en/of rapportage door deskundigen aan de orde kunnen komen. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.Beslissing

Het hof:
bepaalt dat partijen in persoon respectievelijk, voor zover partijen rechtspersoon zijn, vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte en tot het geven van de verlangde inlichtingen in staat is en die bevoegd is (door schriftelijke machtiging of anderszins) tot het aangaan van een schikking, tezamen met hun advocaten zullen verschijnen voor het tot raadsheercommissaris benoemde lid van het hof mr. F.J. Verbeek, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie, IJdok 20 te Amsterdam, op een nader te bepalen tijdstip, tot het hiervoor onder 2 omschreven doel;
bepaalt dat partijen binnen 2 weken na heden op de rol van 15 december 2020 hun verhinderdagen en die van hun advocaten voor de eerstkomende 5 maanden kunnen opgeven, waarna het hof de dag en het tijdstip van de mondelinge behandeling zal vaststellen, in welk geval behoudens klemmende redenen of overmacht geen uitstel van de mondelinge behandeling meer zal worden verleend;
bepaalt dat de datum van de mondelinge behandeling na aanbrengen in het roljournaal vermeld zal worden;
bepaalt dat appellanten uiterlijk 4 weken na heden een kopie van het volledige procesdossier (de stukken van de eerste aanleg met inbegrip van de producties en de appeldagvaarding) in tweevoud zullen indienen bij het hof (roladministratie – team handel);
bepaalt dat partijen uiterlijk 2 weken vóór de dag van de mondelinge behandeling de stukken waarop zij voor het overige een beroep zouden willen doen, in kopie over zullen leggen door toezending aan het hof (roladministratie – team handel) en de wederpartij;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C.W. Rang, J.W. Hoekzema en A.R. Sturhoofd en in het openbaar uitgesproken op 1 december 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.