ECLI:NL:GHAMS:2020:3314

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 december 2020
Publicatiedatum
9 december 2020
Zaaknummer
200.268.007/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg van een vaststellingsovereenkomst aan de hand van de Haviltex-maatstaf met betrekking tot bonusbetalingen en dwaling

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen SaaSplaza Nederland B.V. over de uitleg van een vaststellingsovereenkomst. [appellant] was van 1 juni 2009 tot 1 januari 2018 in dienst bij SaaSplaza als Sales Director. Na beëindiging van zijn dienstverband heeft hij aanspraak gemaakt op bonusbetalingen die verband hielden met contracten die SaaSplaza had met Brunel International. De kern van het geschil betreft de uitleg van de vaststellingsovereenkomst, specifiek de artikelen 29 en 30, die betrekking hebben op de bonusregeling bij het al dan niet verlengen van contracten met Brunel.

Het hof heeft vastgesteld dat Brunel na een tender heeft gekozen voor Microsoft Azure in plaats van het systeem van SaaSplaza. Dit leidde tot de vraag of [appellant] recht had op een bonus op basis van de vaststellingsovereenkomst. Het hof oordeelde dat er geen recht op bonus was, omdat de overeenkomst niet was verlengd en [appellant] geen werknemer meer was. De grieven van [appellant] werden verworpen, en het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, die de vorderingen van [appellant] had afgewezen.

Het hof concludeert dat de uitleg van de vaststellingsovereenkomst moet plaatsvinden aan de hand van de Haviltex-maatstaf, en dat de stellingen van [appellant] over dwaling en onvoorziene omstandigheden onvoldoende onderbouwd zijn. De kosten van het geding in hoger beroep werden aan [appellant] opgelegd.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.268.007/01
zaaknummer rechtbank Noord-Holland : 7451851 \ CV EXPL 19-256
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 1 december 2020
inzake
[appellant],
wonend te [woonplaats] (gemeente [gemeente] ),
appellant,
advocaat: mr. C. Hofmans te Amsterdam,
tegen
SAASPLAZA NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Badhoevedorp (gemeente Haarlemmermeer),
geïntimeerde,
advocaat: mr. P.J. Mijnssen te Hoofddorp.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna [appellant] en SaaSplaza genoemd.
[appellant] is bij dagvaarding van 10 september 2019 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem (hierna: de kantonrechter) van 19 juni 2019 (hierna: het bestreden vonnis), onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen [appellant] als eiser en SaaSplaza als gedaagde.
Bij arrest van 12 november 2019 heeft het hof een comparitie van partijen gelast, welke op 21 januari 2020 heeft plaatsgevonden. Van deze zitting is proces-verbaal opgemaakt dat zich bij de stukken bevindt.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven;
- memorie van antwoord met een productie.
Ten slotte is arrest gevraagd.
[appellant] heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en - uitvoerbaar bij voorraad - i) voor recht zal verklaren dat SaaSplaza ook na 1 januari 2018 de bonus verschuldigd is over de verlenging van de omzet, die is ondergebracht op het eigen systeem van SaaSplaza, ii) SaaSplaza zal veroordelen tot betaling van € 45.000,- bruto aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke verhoging over de hoofdsom en wettelijke rente over de hoofdsom en wettelijke verhoging, iii) SaaSplaza zal veroordelen tot betaling van € 21.000,- bruto uit hoofde van de provisie-afspraak met betrekking tot de overeenkomst met Brunel van 15 februari 2018, onder aftrek van de reeds gedane betaling, iv) voor recht zal verklaren dat artikel 30 in de vaststellingsovereenkomst van 31 oktober 2017 (gedeeltelijk) wordt, althans is vernietigd wegens dwaling dan wel dit artikel (gedeeltelijk) zal ontbinden met terugwerkende kracht op grond van onvoorziene omstandigheden dan wel zal bepalen dat artikel 30 niet van toepassing is, nu dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, v) SaaSplaza zal veroordelen tot het overleggen van nadere stukken ex artikel 7:619 BW (waaronder de Masteragreement Service tussen Brunel en SaaSplaza), met veroordeling van SaaSplaza in de kosten van het geding in beide instanties met nakosten en wettelijke rente.
SaaSplaza heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met - uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep met nakosten.
Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2.Feiten

De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.10 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. De feiten komen neer op het volgende.
2.1
[appellant] , geboren [geboortedatum] 1983, is van 1 juni 2009 tot 1 januari 2018 in dienst geweest bij SaaSplaza in de functie van Sales Director.
2.2
SaaSplaza houdt zich bezig met
cloud technology. Zij biedt klanten de middelen en expertise om IT processen op een soft- en hardware platform in datacentra (in de
cloud) te laten draaien. Ook biedt SaaSplaza andere maatwerkoplossingen en bijbehorende services en diensten aan.
2.3
Een van de klanten van SaaSplaza is Brunel International (hierna: Brunel ). Tijdens zijn dienstverband bij SaaSplaza heeft [appellant] met Brunel onderhandeld over twee contracten die ieder drie jaar hebben geduurd, waarvan de laatste een looptijd had van 1 januari 2015 tot 31 december 2017.
Voor het sluiten van deze contracten heeft [appellant] gedurende zijn dienstverband bij SaaSplaza een bonus en doorlopende provisie ontvangen.
2.4
[appellant] heeft, totdat hij met SaaSplaza in oktober 2017 afspraken heeft gemaakt omtrent de beëindiging van zijn dienstverband, met Brunel onderhandeld over een nieuw contract. Nog tijdens het dienstverband is tussen SaaSplaza en [appellant] gesproken over een bonusregeling voor [appellant] als Brunel het contract zou verlengen voor een periode van een, twee, of drie jaar.
2.5
Bij e-mail van 21 juli 2017 heeft [X] (hierna: [X] ) namens SaaSplaza aan [appellant] geschreven:

(…) To be clear, our proposal for compensating you on the renewal of Brunel is based upon 2 key principles. The first is to encourage as high a commit as possible and the second to encourage as long a term as possible. To that end, please find below our proposal, which if you accept it would replace the Brunel specific portion of your current agreement.
The first thing to cover is the maximum achievable commission for obtaining a 1, 2 or 3 year commit. As discussed in Wednesday we would be prepared to offer the following maximum values:
1 year commit = EUR 30000
2 year commit = EUR 70000
3 year commit = EUR 120000
As further discussed on Wednesday the precise percentage of this maximum value would be linked to the numerical value of the MRR commit, ranging from the EUR 150k in the current agreement upto a value of 190k. We understand that the higher the commit the harder it will be to get Brunel to agree just as you understand that one of the key values of the deal for SaaSplaza is this contractual commitment.
Therefore, our proposal would be to offer the following percentage of the total maximum 1, 2 or 3 year values based upon the calculation below:
EUR 150k MRR (or lower) – 30% of the total maximum commission
EUR 160k MRR – 40% of the total maximum commission
EUR 170k MRR – 60% of the total maximum commission
EUR 180k MRR – 80% of the total maximum commission
EUR 190k MRR (or higher) – 100% of the total maximum commission
So for the avoidance of doubt if Brunel sign for 3 years with an MRR committed spend of 180k your commission would be:
7000*0,80= EUR 56,000
Regardless of the commit level agreed to, SaaSplaza also offer you an on-going commission on the Brunel consumption above the contractual commit for the term of any renewal that is signed. This shall be equivalent to 1.5% of this additional uncontracted revenue (excluding license resale as discussed on Wednesday).
Therefore, if Brunel sign a 36 month agreement with a commit of EUR 150k but an actual monthly invoice of 170k (excluding license resale) the totally payable would be:
Fixed element = 120000 * 0.3 = EUR 36000
Consumption element = (20000 * 36) * 0,015 = EUR 10800
Total payable = EUR 46800
(…)
Payment terms.
It is our proposal that for a 12-month renewal the total fixed element would be paid upon SaaSplaza acceptance of a signed renewal order. For 24-month renewals ½ would be paid upon order acceptance and ½ after the first anniversary of the contract. For 36-month renewals the payments would be split into three equal portions paid at signature, and at the first and second anniversaries. (…)
Additional consumption will be paid in arrears on an annual anniversary of the agreement based upon actual invoicing for either 1, 2 of 3 years depending upon renewal term agreed with the customer. (…)’
2.6
De arbeidsovereenkomst tussen [appellant] en SaaSplaza is door een op
31 oktober 2017 ondertekende vaststellingsovereenkomst per 1 januari 2018 met wederzijds goedvinden beëindigd. In de vaststellingsovereenkomst is onder meer opgenomen:

Brunel
29. With regard to Brunel the Employee and the Employer agreed on a separate ‘ Brunel bonus’. The Employer has been informed that Brunel will write out a tender. If the outcome is that Brunel will continue to be serviced on the Employer’s own systems, the Employer will pay out the bonus for the amounts and in the way as mentioned in the mail by [X] on July 21st 2017 (…), except that payment will be made in 12 equal monthly instalments. The Employee will be informed on the Brunel monthly results on a quarterly basis.
30. However, if Brunel continues to do business with the Employer but chooses Microsoft Azure instead of the Employer’s own system, the deal with Brunel will lead to a different result (gross margin about 75% less). As the bonus agreement mentioned in article 29 is based on the assumption of renewal of the current agreement concerning services delivered from the Employer’s own system, the bonus would not be applicable in this situation. However, the Employer is willing to pay out a bonus on basis of the same system but adapted for profitability (on basis of gross margin) of the transaction. This means that if Brunel chooses Azure about 25% of the bonus that is applicable in case Brunel signs for continuation of the current services, will be paid out.
(…)
Final settlement
33. The terms of this Agreement are in full and final settlement of all and any claims or other rights or actions whatsoever and howsoever arising which the Employee now has or may have in the future against the Employer or any of its affiliates in and outside the Netherlands in relation to the Employment Agreement, and vice versa, the termination thereof and otherwise.’
2.7
Brunel heeft in 2017 een tender uitgeschreven. Uitkomst van de tender was dat Brunel binnen SaaSplaza migreerde naar Microsoft Azure. Dit is niet het eigen systeem van SaaSplaza, maar een ander platform.
2.8
Op 15 februari 2018 is tussen SaaSplaza en Brunel een tweejarig contract gesloten voor serviceverlening door SaaSplaza in de
cloudop basis van Microsoft Azure.
2.9
Bij brief van 22 februari 2018 heeft [X] namens SaaSplaza aan [appellant] onder meer het volgende geschreven:

(…) In line with your discussions made prior to you leaving the employment of SaaSplaza, hereby we would like to inform you that Brunel International have recently signed a Service Addendum (SA) with SaaSplaza to continue to provide services, and therefore under the terms of that agreement you are entitled to an additional bonus payment as a result.
This letter outlines what that payment shall be and is based upon both the original email sent from [X] on the 21st of July 2017 and also articles 29 and 30 of the Compromise Agreement.
(…)
In the event, Brunel have elected to use Azure as their platform of choice, which they will purchase themselves and the revenue for which will not flow via SaaSplaza. For the terms of the current signed Service Addendum, the MRR committed by Brunel equates to around € 20.000,- per month therefore this would make you eligible for a total for (€ 70.000,- * 0,3) = € 21.000,- gross.
Further to this, article 29 of the Compromise Agreement doesn’t apply. Under article 30 of the Compromise Agreement, it was stipulated that in the event Brunel choose Azure as their platform for the coming period you would be eligible for 25% of the total available bonus as stipulated in the original email, therefore € 21.000,- * 0,25 = € 5.250,- gross.
Finally, SaaSplaza agrees that under the terms of our agreement you will be further eligible for any additional Brunel consumption for services mentioned in this SA that exceeds € 20.000,- per month. As described in the 21st of July email this will be calculated as 1,5% of the additional uncontracted revenue (excluding license sales) and will be paid in arrears on the 12 and 24 months anniversaries of the signature of the SA. (…)
2.1
SaaSplaza heeft een bonus aan [appellant] betaald van € 5.250,- bruto conform artikel 30 van de vaststellingsovereenkomst.

3.Beoordeling

3.1
In eerste aanleg heeft [appellant] , na eisvermeerdering, gevorderd dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad i) voor recht verklaart dat SaaSplaza ook na 1 januari 2018 de bonus verschuldigd is over de verlenging van omzet welke is ondergebracht op het eigen systeem van SaaSplaza, ii) SaaSplaza veroordeelt tot betaling van € 45.000,- bruto aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke verhoging over de hoofdsom en de wettelijke rente over zowel de hoofdsom als de wettelijke verhoging, iii) SaaSplaza veroordeelt tot betaling van € 21.000,- bruto uit hoofde van de provisie-afspraak met betrekking tot de overeenkomst met Brunel van 15 februari 2018, onder aftrek van de reeds gedane betaling en
iv) SaaSplaza veroordeelt tot betaling van de proceskosten met – indien betaling van deze kosten niet binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis plaatsvindt – vermeerdering met de wettelijke rente, alsmede de nakosten. Na verweer van SaaSplaza heeft de kantonrechter bij het bestreden vonnis de vorderingen afgewezen en [appellant] in de proceskosten veroordeeld. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt [appellant] met zijn grieven op.
3.2
Met grief I komt [appellant] op tegen het oordeel van de kantonrechter dat niet valt in te zien waarom [appellant] , terwijl hij niet meer in dienst is bij SaaSplaza, vanaf het moment van eindigen van het contract met Brunel op 1 januari 2018 tot het moment dat de migratie naar Microsoft Azure heeft plaatsgevonden (hierna: de migratieperiode) een bonus en/of provisie zou behoren te ontvangen. Volgens [appellant] is sprake van een situatie die valt onder artikel 29 van de vaststellingsovereenkomst, nu de overeenkomst tussen Brunel en SaaSplaza na ommekomst van de einddatum van 31 december 2017 is blijven doorlopen tot
31 maart 2019 (het einde van de migratieperiode). [appellant] stelt dat betrokken werknemers tijdens een migratieperiode gewoon bonus en/of provisie doorbetaald krijgen.
3.3
Het hof oordeelt als volgt. Tussen partijen staat vast dat zij ter beëindiging van de arbeidsovereenkomst een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten. Uitleg van deze vaststellingsovereenkomst dient - zoals de kantonrechter heeft vermeld - plaats te vinden aan de hand van de Haviltex-maatstaf. In de artikelen 29 en 30 van de vaststellingsovereenkomst is een Brunel -bonus overeengekomen, die afhankelijk is van de uitkomst van de tender van Brunel . Als Brunel na de tender zou kiezen voor hosting op het systeem van SaaSplaza zou volgens artikel 29 van de vaststellingsovereenkomst de in de e-mail van [X] van 21 juli 2017 vastgelegde bonusregeling op de nieuwe overeenkomst met Brunel worden toegepast, te betalen in twaalf maandelijkse termijnen. Als Brunel na de tender zou kiezen voor hosting op het systeem van Microsoft Azure zou [appellant] volgens artikel 30 van de vaststellingsovereenkomst aanspraak hebben op 25% van de eerder overeengekomen bedragen. Brunel heeft na de tender gekozen voor hosting op het systeem van Microsoft Azure, zodat artikel 30 van de vaststellingsovereenkomst de bonusaanspraken van [appellant] regelt. Uit hoofde van artikel 30 van de vaststellingsovereenkomst heeft SaaSplaza een bedrag van € 5.250,- bruto aan [appellant] betaald.
3.4
Bij een migratie van het eigen systeem van SaaSplaza naar Microsoft Azure is sprake van een overgangsperiode waarin de dienstverlening wordt voortgezet totdat de migratie is afgerond, maar waarbij niet kan worden gesproken van een verlenging van het bestaande contract of een nieuw contract. Er is in dat geval dus geen sprake van een situatie zoals vastgelegd in artikel 29 van de vaststellingsovereenkomst en [appellant] heeft gedurende de migratieperiode dan ook geen recht op een bonus op grond van artikel 29 van de vaststellingsovereenkomst. Dat betrokken werknemers van SaaSplaza tijdens een migratieperiode bonus en/of provisie doorbetaald kregen – hetgeen door SaaSplaza is betwist – maakt het voorgaande niet anders.
[appellant] is immers vanaf 1 januari 2018 geen werknemer van SaaSplaza meer en kan uit dien hoofde geen aanspraak maken op bonus en/of provisie.
3.5
Voor het geval artikel 29 van de vaststellingsovereenkomst toepassing mist stelt [appellant] in grief II dat in de bestaande situatie niet is voorzien in de vaststellingsovereenkomst, waardoor de bonus en/of provisie moeten doorlopen conform de e-mail van [X] van 21 juli 2017. In dat kader vordert [appellant] dat SaaSplaza zal worden veroordeeld tot het overleggen van nadere stukken ex artikel 7:619 BW, zodat hij zijn financiële positie kan bepalen.
3.6
Het hof volgt [appellant] niet in zijn betoog. Er is geen sprake van een situatie waarin niet is voorzien in de vaststellingsovereenkomst, nu het gaat om een migratieperiode die het gevolg is van de keuze van Brunel om over te gaan op hosting op het systeem van Microsoft Azure. [appellant] heeft voor deze migratieperiode geen recht op een bonus krachtens artikel 29 of 30 van de vaststellingsovereenkomst. Als hij dat recht had willen hebben, had [appellant] dit in de onderhandelingen over de vaststellingsovereenkomst aan de orde kunnen en moeten stellen, maar daartoe is [appellant] niet overgegaan. [appellant] is kennelijk bekend met het fenomeen migratieperiode en werd tijdens de onderhandelingen met SaaSplaza over de vaststellingsovereenkomst bijgestaan door een jurist, dus hij heeft de gelegenheid gehad dit punt in de onderhandelingen naar voren te brengen. Door daarvan af te zien en in de vaststellingsovereenkomst akkoord te gaan met finale kwijting, kan [appellant] thans geen bedragen vorderen waarop de vaststellingsovereenkomst geen aanspraak geeft.
3.7
Ten aanzien van het door [appellant] ingenomen standpunt dat sprake is van dwaling, onvoorziene omstandigheden of dat artikel 30 van de vaststellingsovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, heeft te gelden dat dit standpunt van [appellant] niet, althans onvoldoende is onderbouwd. Dat [appellant] ter toelichting op dit standpunt stelt dat hij de vaststellingsovereenkomst niet zou hebben getekend als hij had geweten dat in het nieuwe contract SaaSplaza Brunel uitsluitend diensten zou leveren, zonder enige inkoop (‘de derde optie’), is daartoe ontoereikend.
3.8
De grieven falen en bij deze uitkomst heeft [appellant] geen belang bij het overleggen van nadere stukken ex artikel 7:619 BW. Het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd. [appellant] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in appel. [appellant] heeft geen concrete stellingen te bewijzen aangeboden die, indien bewezen, tot een andere beslissing dan de voorgaande zouden kunnen leiden. Zijn bewijsaanbod wordt daarom gepasseerd.

4.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van SaaSplaza begroot op € 2.020,- aan verschotten en € 3.918,- voor salaris en op € 157,- voor nasalaris, te vermeerderen met € 82,- voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit arrest plaatsvindt;
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. F.J. Verbeek, I.A. Haanappel-van der Burg en M.S.A. Vegter en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 1 december 2020.