ECLI:NL:GHAMS:2020:3159
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen een notaris over wilsbekwaamheid en wijziging van een volmacht
In deze zaak heeft klaagster, de dochter van de heer [Y] en mevrouw [X], een klacht ingediend tegen de notaris over de beoordeling van de wilsbekwaamheid van haar vader bij de wijziging van een volmacht. De klacht is ingediend na een eerdere beslissing van de kamer voor het notariaat in Den Haag, die op 2 december 2019 de klacht ongegrond verklaarde. Klaagster stelde dat de notaris onvoldoende zorgvuldigheid had betracht en niet het Stappenplan beoordeling wilsbekwaamheid had gevolgd. Het hof heeft de zaak behandeld op 3 september 2020, waarbij klaagster en de notaris aanwezig waren.
Het hof heeft de feiten van de zaak vastgesteld, waaronder de eerdere volmacht die op 26 mei 2016 was gepasseerd en de wijziging daarvan op 27 september 2018. Klaagster voerde aan dat er verschillende omstandigheden waren die de notaris hadden moeten aanzetten tot nader onderzoek naar de wilsbekwaamheid van haar vader, zoals een verzoek tot onderbewindstelling en de diagnose dementie. De notaris verdedigde zich door te stellen dat hij voldoende alert was op de wilsbekwaamheid van de vader en dat er geen aanleiding was om aan deze wilsbekwaamheid te twijfelen.
Het hof oordeelde dat de notaris voldoende had onderbouwd dat hij tijdens het passeren van de volmacht in 2018 alert was op de wilsbekwaamheid van de vader. De door klaagster aangevoerde omstandigheden werden niet als voldoende beschouwd om te concluderen dat de vader zijn wil niet meer kon bepalen. Het hof bevestigde de beslissing van de kamer en verklaarde klaagster niet-ontvankelijk in haar nieuwe klacht in hoger beroep.