ECLI:NL:GHAMS:2020:3151
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen een notaris inzake informatieplicht en declaraties
In deze zaak hebben klagers, de kinderen van de overleden erflater, een klacht ingediend tegen de notaris die als executeur van de nalatenschap fungeert. De klacht betreft de weigering van de notaris om inzage te geven in een taxatierapport en de vraag of de notaris excessief heeft gedeclareerd. De klagers hebben op 16 december 2019 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in Den Haag, die op 2 december 2019 een eerdere klacht ongegrond had verklaard. De notaris heeft op 20 februari 2020 een verweerschrift ingediend. Tijdens de behandeling op 3 september 2020 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de vader van klagers is op 17 december 2017 overleden en had in zijn testament zijn echtgenote als executeur aangewezen. Er is onenigheid ontstaan tussen de erfgenamen over de afwikkeling van de nalatenschap, waarbij klagers de notaris beschuldigen van het niet verstrekken van informatie en het niet adequaat handelen als executeur. De notaris heeft een taxatierapport opgesteld, maar klagers zijn van mening dat de waarde van de nalatenschap, met name de aandelen in een familiebedrijf, veel hoger is dan door de notaris is vastgesteld.
Het hof heeft geoordeeld dat de notaris in strijd heeft gehandeld met zijn informatieplicht op grond van artikel 4:148 BW, door klagers geen inzage te geven in het taxatierapport. Dit is een schending van de kernverplichtingen van de notaris. Daarnaast heeft het hof geoordeeld dat de notaris onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar een lening die aan de zuster van klagers was verstrekt. De klacht over de hoogte van de declaraties is niet-ontvankelijk verklaard, omdat het hof niet bevoegd is om hierover te oordelen. Het hof heeft de bestreden beslissing vernietigd en de notaris berispt, en hem veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan klagers.