Mede omdat [appellant] zich subsidiair op het pensioenreglement beroept, overweegt het hof, voorts, het volgende.
Het pensioenreglement luidt, voor zover van belang, als volgt:
“
Artikel 1 – Definities
In dit reglement wordt verstaan onder:
(…)
Deelnemer:de werknemer van de werkgever [ [X] ; hof], die een dienstverband voor bepaalde dan wel voor onbepaalde tijd heeft aangegaan;
(…)
Artikel 3 – Pensioenrechten
(…)
De verplichte onderdelen van de pensioenregeling zijn:
(…)
b) premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid ten behoeve van de deelnemer; dit recht ontstaat op dezelfde datum als het recht op ouderdomspensioen;
(…)
Artikel 7 – Vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid
(1) Indien een deelnemer arbeidsongeschikt is, verleent de verzekeraar, na gedaan verzoek, indien en zolang de deelnemer recht heeft op een W.A.O.-uitkering doch uiterlijk tot de pensioenrichtdatum of de eerdere pensioendatum, vrijstelling van premiebetaling.
(…)
Artikel 9 – W.A.O.-hiaatverzekering
(1) De W.A.O.-hiaatuitkering wordt (…) uitgekeerd indien en zolang de deelnemer recht heeft op een vervolguitkering uit hoofde van de W.A.O., doch uiterlijk tot zijn pensioenrichtdatum of eerdere pensioendatum.
(…)
Artikel 18 – Pensioenrechten bij beëindiging van het dienstverband
“(1) Indien het dienstverband tussen de deelnemer en de werkgever wordt beëindigd anders dan door pensionering of overlijden, behoudt de deelnemer overeenkomstig de bepalingen van de PSW en de Regelen PSW een premievrije aanspraak op ouderdomspensioen. De overige pensioenrechten komen te vervallen.
(…)
(2) Na beëindiging van het dienstverband vervalt het recht op arbeidsongeschiktheidspensioen, premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en W.A.O.-hiaatverzekering.
Voor deelnemers, die op de datum van uitdiensttreding in het genot zijn van een uitkering inzake arbeidsongeschiktheidspensioen, wordt dit pensioen verder uitgekeerd indien en zolang de gewezen deelnemer recht heeft op een W.A.O.-uitkering, doch uiterlijk tot de pensioenrichtdatum.
(…)”.