Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
(...)
(…) Uit deze mail blijkt onder andere dat mevrouw [klaagster] mijn onafhankelijkheid en onpartijdigheid in twijfel trekt.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft klaagster op 15 januari 2020 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden, die op 18 december 2019 een klacht van klaagster tegen de notaris ongegrond verklaarde. Klaagster verwijt de notaris dat hij niet heeft gehandeld zoals een behoorlijk notaris betaamt, zoals bedoeld in artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (Wna). De notaris heeft op 6 februari 2019 een verklaring van erfrecht afgegeven en is als betrokken notaris geregistreerd in het boedelregister. Klaagster heeft haar ongenoegen geuit over de gang van zaken bij de afwikkeling van de nalatenschap van haar moeder, die bij testament haar broer als enige erfgenaam had aangewezen. Het hof heeft de klacht van klaagster beoordeeld en vastgesteld dat de notaris zorgvuldig heeft gehandeld. Het hof concludeert dat de notaris zijn rol als betrokken notaris correct heeft vervuld en dat klaagster ten onrechte de notaris verwijt dat hij niet onpartijdig en onafhankelijk heeft opgetreden. De klacht van klaagster is ongegrond verklaard en de beslissing van de kamer is bevestigd.