ECLI:NL:GHAMS:2020:2598

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 september 2020
Publicatiedatum
7 oktober 2020
Zaaknummer
200.283.014/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake civiele zaak tussen H.O.D.N. [X] en LIANDER N.V. met betrekking tot mondelinge behandeling en schikking

In deze civiele zaak heeft appellant H.O.D.N. [X] hoger beroep ingesteld tegen een of meer vonnissen die in de onderhavige zaak zijn gewezen. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.H.R. Bruggeman, heeft de geïntimeerde, LIANDER N.V., met advocaat mr. H.H.D. van Schilt, opgeroepen voor het Gerechtshof Amsterdam. Het hof heeft besloten om een mondelinge behandeling te gelasten, met als doel het verkrijgen van inlichtingen, het beproeven van een minnelijke regeling en het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep. Dit kan onder meer mediation, bewijsvoering en rapportage door deskundigen omvatten.

De beslissing van het hof houdt in dat partijen, of hun vertegenwoordigers, in persoon moeten verschijnen voor de raadsheercommissaris mr. E.K. Veldhuijzen van Zanten in het Paleis van Justitie te Amsterdam. Partijen dienen binnen twee weken hun verhinderdagen op te geven, waarna het hof de datum en tijd van de mondelinge behandeling zal vaststellen. Tevens is bepaald dat appellant binnen vier weken een kopie van het volledige procesdossier moet indienen en dat partijen uiterlijk twee weken voor de mondelinge behandeling de stukken waarop zij zich willen beroepen, in kopie moeten overleggen aan het hof en de wederpartij. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan tot de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden.

Dit arrest is gewezen door de meervoudige burgerlijke kamer van het Gerechtshof Amsterdam en is openbaar uitgesproken op 29 september 2020, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.283.014/01
zaaknummer rechtbank : 7531609/ CV EXPL 19-1914
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 29 september 2020
inzake
[appellant] H.O.D.N. [X],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
advocaat: mr. H.H.R. Bruggeman te Leiderdorp,
tegen
LIANDER N.V.,
gevestigd te Arnhem,
geïntimeerde,
advocaat: mr. H.H.D. van Schilt te Arnhem.

1.Het geding in hoger beroep

Appellant heeft bij exploot geïntimeerde aangezegd in hoger beroep te komen van een of meer tussen partijen in de onderhavige zaak gewezen vonnissen, met dagvaarding van geïntimeerde voor dit hof.
De zaak is op de rol ingeschreven en geïntimeerde is bij advocaat verschenen.

2.Beoordeling

Het hof ziet aanleiding om een mondelinge behandeling van partijen te gelasten. Het doel is het verkrijgen van inlichtingen, het beproeven van een minnelijke regeling en/of het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep, waarbij onder meer mediation, bewijsvoering en/of rapportage door deskundigen aan de orde kunnen komen. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.Beslissing

Het hof:
bepaalt dat partijen in persoon respectievelijk, voor zover partijen rechtspersoon zijn, vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte en tot het geven van de verlangde inlichtingen in staat is en die bevoegd is (door schriftelijke machtiging of anderszins) tot het aangaan van een schikking, tezamen met hun advocaten zullen verschijnen voor het tot raadsheercommissaris benoemde lid van het hof mr. E.K. Veldhuijzen van Zanten, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie, IJdok 20 te Amsterdam, op een nader te bepalen tijdstip, tot het hiervoor onder 2 omschreven doel;
bepaalt dat partijen binnen 2 weken na heden op de rol van 13 oktober 2020 hun verhinderdagen en die van hun advocaten voor de eerstkomende 5 maanden kunnen opgeven, waarna het hof de dag en het tijdstip van de mondelinge behandeling zal vaststellen, in welk geval behoudens klemmende redenen of overmacht geen uitstel van de mondelinge behandeling meer zal worden verleend;
bepaalt dat de datum van de mondelinge behandeling na aanbrengen in het roljournaal vermeld zal worden;
bepaalt dat appellant uiterlijk 4 weken na heden een kopie van het volledige procesdossier (de stukken van de eerste aanleg met inbegrip van de producties en de appeldagvaarding) in tweevoud zal indienen bij het hof (roladministratie – team handel);
bepaalt dat partijen uiterlijk 2 weken vóór de dag van de mondelinge behandeling de stukken waarop zij voor het overige een beroep zouden willen doen, in kopie over zullen leggen door toezending aan het hof (roladministratie – team handel) en de wederpartij;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C.W. Rang, J.W. Hoekzema en A.R. Sturhoofd en in het openbaar uitgesproken op 29 september 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.