Uitspraak
1.De feiten en de rechtsgang
hierna: appellant) wordt in een strafrechtelijk onderzoek genaamd 13Mortel door het openbaar ministerie vervolgd ter zake van – kort samengevat en voor zover hier van belang – betrokkenheid bij een liquidatie en een dubbele poging daartoe in een parkeergarage in Amsterdam.
proces-verbaal horen op vordering ex art. 226a, tweede lid, WvSv) met daarin de weergave van de door de rechter-commissaris ingewonnen zienswijzen van de advocaat-generaal en de raadsman van appellant, mr. A.A. Boersma, alsmede van de raadslieden van de medeverdachten [medeverdachte 1],
2.Standpunt van de verdediging
3.Standpunt van het openbaar ministerie
- is de beslissing op de juiste wijze tot stand gekomen en
- is de beslissing op de juiste gronden genomen/heeft de rechter-commissaris in redelijkheid tot de beslissing kunnen komen.
4.Wettelijk kader
De rechter-commissaris beveelt hetzij ambtshalve, hetzij op de vordering van de officier van justitie of op het verzoek van de verdachte of van de getuige, dat ter gelegenheid van het verhoor van die getuige diens identiteit verborgen wordt gehouden, indien:
de getuige of een andere persoon, met het oog op de door de getuige af te leggen verklaring, zich zodanig bedreigd kan achten dat, naar redelijkerwijze moet worden aangenomen, voor het leven, de gezondheid of de veiligheid dan wel de ontwrichting van het gezinsleven of het sociaal-economische bestaan van die getuige of die andere persoon moet worden gevreesd, en
de getuige te kennen heeft gegeven wegens deze bedreiging geen verklaring te willen afleggen.
De ingevolge artikel 226a, eerste lid, gegeven beschikking van de rechter-commissaris is met redenen omkleed (..).
5.Oordeel van het hof
proces-verbaal horen op vordering ex art. 226a, tweede lid, WvSv) heeft de rechter-commissaris naar aanleiding van de vordering van de CI-officier van justitie van 21 april 2020 de getuige, de appellant, de verdediging en de zaaksofficier van justitie/advocaat-generaal in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord. Dit is in overeenstemming met de in artikel 226a, tweede lid, Sv voorgeschreven procedure. Van dit alles is proces-verbaal opgemaakt.
- de volledige verklaring, zoals afgelegd door de getuige tegenover verbalisanten van het Team Bijzondere Getuigen (TBG);
- bepaalde stukken ter verificatie/falsificatie die op de getuige betrekking hebben;
- de processen-verbaal van relaas uit procesdossier 13Mortel;
- de vijf vonnissen in eerste aanleg aangaande appellant en zijn medeverdachten;
- een mondelinge toelichting op de vordering van de CI-officier van justitie.
het hof begrijpt: de vrees voor) de bedreiging is gebaseerd, welke motivering niet kan worden weergegeven omdat deze naar het oordeel van de rechter-commissaris afbreuk zou doen aan de anonimiteit van de getuige.