Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
zij op 13 april 2019 te Heiloo, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] ) opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet, een of meerma(a)l(en) met een mes en/of een (huishoud)schaar en/of snoeischaar, althans met een of meerdere scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en), heeft gestoken en/of gesneden in en/of tegen de hals en/of op het hoofd en/of in het lichaam van voornoemde [slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
zij op 13 april 2019 te Heiloo, in elk geval in Nederland, aan [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] ), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, te weten:
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
zeer ernstigehersenschudding. Het hof acht voorts, op basis van de verklaringen van de artsen, aannemelijk dat de aangeefster ten gevolge van dit hersenletsel een insult heeft gehad. De aangeefster is voorts een aantal dagen opgenomen geweest in het ziekenhuis, waar zij onder toezicht van een neuroloog is gesteld en haar medicatie is toegediend. Vervolgens heeft zij in een zorgcentrum verbleven, omdat de artsen van oordeel waren dat zij zich thuis niet zelfstandig zou kunnen redden. Daarnaast was de middelvinger van haar linkerhand op een complexe manier gebroken, waardoor deze ruim een maand in het gips heeft gezeten. Op grond van de stukken in het dossier stelt het hof vast dat vier maanden na de ten laste gelegde feiten nog geen zicht op volledig herstel was. Dat de aangeefster mogelijk nog volledig zal herstellen van het beschreven letsel, doet in het oordeel van het hof gelet op het voorgaande niet af aan de ernst van het letsel.
Bewezenverklaring
zij op 13 april 2019 te Heiloo, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] ), opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet met een huishoudschaar [slachtoffer] in de hals heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
zij op 13 april 2019 te Heiloo aan [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] ) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, te weten:
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van een maatregel
Dadelijke uitvoerbaarheid bijzondere voorwaarden
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
BESLISSING
inrichting voor jeugdigen.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel na te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.