Uitspraak
1.Geheimhouderstukken
2.Overschrijding redelijke termijn
fl650.000,- heeft verstrekt aan [bedrijf] maar dat niet is komen vast te staan dat [medeverdachte] direct voorafgaand aan de faillietverklaring van [bedrijf] in 2004 nog een vordering had op die vennootschap. Zo is de vordering niet ter verificatie ingediend bij de curator en ook in de openbare faillissementsverslagen is geen melding gemaakt van een vordering van [medeverdachte] op [bedrijf] . Derhalve valt niet uit te sluiten dat voorafgaand aan het faillissement aflossing op de lening heeft plaatsgevonden. [medeverdachte] is derhalve tekortgeschoten in zijn bewijsvoering zodat de Rechtbank Haarlem niet heeft kunnen vaststellen of de vordering van [medeverdachte] op [bedrijf] direct voorafgaand aan het faillissement nog bestond.
fl650.000,- heeft verstrekt. Daarnaast zijn [medeverdachte] en [bedrijf] tot zekerheid voor de terugbetaling van deze geldlening overeengekomen een tweede pandrecht te verstrekken op alle bestaande en toekomstige vorderingen, alle voorraden, transportmiddelen, bedrijfsmiddelen en inventaris van [bedrijf] . Ter onderbouwing zijn als bijlagen de betreffende leningsovereenkomst en verpandingsakte gevoegd. [gemachtigde 1] stelt in de brief dat deze verpanding ook de reden is geweest dat [medeverdachte] zijn vordering op [bedrijf] ten tijde van het faillissement
nietheeft ingediend bij de curator. Het feit dat [medeverdachte] geen vordering heeft ingediend bij de curator is hierin gelegen dat deze de facto reeds verpand was.
fl650.000,- ter verificatie in het faillissement van [bedrijf] per fax bij de curator heeft ingediend. Ter onderbouwing hiervan zijn als bijlagen het bericht van 3 juni 2004 evenals de schriftelijke verklaring van de verdachte van 23 mei 2012 gevoegd. [gemachtigde 2] heeft verklaard dat hij deze verklaring van de verdachte van 23 mei 2012 heeft ontvangen van de verdachte zelf.
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) weken.
Een geschrift, zijnde “verklaring mr. [verdachte] ”, van 23 mei 2012 (D-001, doorgenummerde pagina’s 325-326).
Een geschrift, zijnde een faxbericht van 3 juni 2004 van [verdachte] aan [curator 1] (D-002,doorgenummerde pagina 327).
Een geschrift, zijnde faxbericht van 3 juni 2004 van [verdachte] aan [curator 1] met verzendbewijs (D-003, doorgenummerde pagina 328).
Een geschrift, zijnde faxbericht van 3 juni 2004 van [verdachte] aan [curator 1] (D-011, doorgenummerde pagina 364).
Uitspraak van de Rechtbank Haarlem, sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer van 15 februari 2011 (D-004, doorgenummerde pagina’s 329-333).
Proces-verbaal terechtzitting van de rechtbank Haarlem, sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer van 14 december 2010 (D-004,doorgenummerde pagina’s 334-335).
Een geschrift, zijnde een brief van 15 juni 2011 van [gemachtigde 1] aan het gerechtshof Amsterdam (D-005, doorgenummerde pagina’s 336-349).
De op schrift gestelde verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 11 augustus 2020.
Zie print agenda van mij waaruit blijkt dat er op 5 december 2011 te 13:30 uur een bespreking stond gepland bij [gemachtigde 1] met [medeverdachte] , [gemachtigde 1] en ik;
Zie print van automatiseringssysteem Victor waarin de aantekeningen van de bespreking van 5 december 2011 van mij zijn gescand, waarin heel duidelijk staat dat ik onderzoek doe naar correspondentie:
Secretaresse mevrouw [secretaresse] vraagt op 5 december 2011 om 13:47 uur aan extern archief beheer om twee dossiers op te vragen inzake KPS uit 2003.
Een geschrift, zijnde een brief van 24 mei 2012 van [gemachtigde 2] aan het gerechtshof Amsterdam (D-007, doorgenummerde pagina’s 351-355).
de raadsman heeft de vordering ter verificatie wel degelijk ingediend, zoals ook blijkt uit bijgevoerde verklaring, bijlage 8, waarin hij ook het bestaan verklaart van de onderhavige vordering.
Een proces-verbaal met documentnummer G04-01 onderzoek: 54691 van 8 januari 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 1] en [opsporingsambtenaar 2] (doorgenummerde pagina’s 301-309).
Een proces-verbaal met documentnummer G02-01 onderzoek: 54691 van 20 oktober 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 2] en [opsporingsambtenaar 1] (doorgenummerde pagina’s 280-285).
Een geschrift, zijnde faxbericht van 4 juni 2004 van [curator 1] aan [verdachte] (D-012, doorgenummerde pagina’s 365-368).